Wolk 1 Wolk 2 Wolk 3

Nieuwsarchief

Sinds een aantal jaar plaatsen we nieuwsberichten alleen nog op onze Facebookpagina. Hieronder staat een archief van eerdere berichten.

2021

LEEUWARDEN e.o. Sporen van de luchtoorlog 1940-1945 verschenen

Op 15 april is het boek LEEUWARDEN e.o. Sporen van de luchtoorlog 1940-1945 verschenen. Deze rijk geillustreerde fiets- en wandelgids voert de lezer langs 75 locaties die de geschiedenis van de luchtstrijd tijdens de Tweede Wereldoorlog boven de Friese hoofdstad en omliggende dorpen tastbaar maken. Het boek bevat niet eerder gepubliceerde feiten en foto's. De door Alexander Tuinhout geschreven uitgave is een gezamenlijk initiatief van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) en het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL). De gids is het 31e deel in de reeks stadswandelingen van het HCL. LEEUWARDEN e.o. Sporen van de luchtoorlog 1940-1945 (152 blz.) is voor E. 16,34 (12,50 + 3,84 portokosten) te bestellen bij de SMAMF via smamf@upcmail.nl of telefonisch via 058-2050047 Zie: voor de reportage die omroep LEO naar aanleiding van het verschijnen van het boek heeft uitgezonden.

(16-04-2021)

2020

Coronacrisis

De coronacrisis die het land al sinds maart 2020 in zijn greep houdt, heeft ook gevolgen voor het werk van de SMAMF. Het internationale vliegverkeer ligt als gevolg van de pandemie grotendeels stil, waardoor de stichting geen buitenlandse gasten kan ontvangen. Om die reden zijn ook herdenkingen/onthullingsceremonies die door de Stichting (mede) worden voorbereid uitgesteld tot een nader te bepalen datum.

De onderzoeksactiviteiten van de SMAMF gaan wel door, net als de voorbereiding van een fiets- en wandelgids over de luchtoorlog in en rondom Leeuwarden. De bedoeling is om die gids in het voorjaar van 2021 te laten verschijnen in samenwerking met het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL).

(24-08-2020)

Bestuurswisseling bij SMAMF

Na een voorzitterschap van twaalf jaar is Hans Groeneweg, voorheen hoofd van het Fries Verzetsmuseum, gestopt als voorzitter van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation. Vanaf 2008 was Groeneweg betrokken bij alle herdenkingen en onthullingsceremonies die door de stichting zijn georganiseerd, vaak in een rol als ceremoniemeester. Ook organiseerde hij (mede) een aantal exposities van de Stichting. Zijn grote ervaring en netwerk binnen de kringen van oorlogshistorici hebben de SMAMF veel waardevolle contacten opgeleverd en de band tussen het Verzetsmuseum en de stichting verstevigd. Het bestuur dankt Hans Groeneweg voor zijn grote inzet!

Hoewel het voorzitterschap vooralsnog niet is ingevuld, is de 29-jarige historicus Nykle Dijkstra, werkzaam bij het Historisch Centrum Leeuwarden, onlangs als lid tot het bestuur toegetreden.

(24-08-2020)

2019

Video-impressie berging Warten 

In het najaar van 2017 werd de Lancaster R5682 succesvol geborgen in de Alde Feanen bij Warten. Naar het verhaal van de bemanning is jarenlang historisch onderzoek verricht door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation. De vergaarde informatie lag ten grondslag aan de expositie "Geraakt!", die de aangrijpende geschiedenis van de R5682 en zijn bemanning belicht en te zien is in het bezoekerscentrum van It Fryske Gea aan de Koaidyk in Earnewäld. Onderdeel van de tentoonstelling zijn talloze wrakdelen die bij de berging zijn aangetroffen.

De opgraving van de Lancaster R5682 vond plaats onder leiding van de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht. Hoofduitvoerder was het bedrijf Leemans Speciaalwerken uit Vriezenveen, dat gespecialiseerd is in het bergen van vliegtuigwrakken en explosieven. Het bedrijf maakte voor de berging in Warten al naam met de succesvolle drooglegging van een stukje IJsselmeer, waarin de resten van de Wellington R1322 werden blootgelegd. Hierdoor konden de stoffelijke resten van de Poolse bemanning worden geborgen en begraven.

Van de bijzondere bergingsoperatie in Warten, waar - net als in het IJsselmeer - damwanden moesten worden geplaatst om de onderliggende grondlagen minutieus af te kunnen graven, is door Leemans de bijgaande video-impressie gemaakt.

De video toont aan dat het bergen van vliegtuigen méér is dan alleen een technische opdracht. Door het organiseren van een fly-past van de Lancaster "City of Lincoln" en het leggen van contacten met een school in Lincolnshire, de thuisbasis van de R5682, zorgde Leemans Speciaalwerken ook voor een passend eerbetoon aan de bemanning en voor het doorgeven van de geschiedenis aan volgende generaties.
(29-11-2019)

Informatiepaneel Halifax L9561 in Wons onthuld

In 2017 ontving het Fries Verzetsmuseum in Leeuwarden een e-mail van Pieter Valkenburg, een Nederlander die al jarenlang in Canada woonachtig is. Bij zijn onderzoek naar de persoonlijke verhalen van de tientallen gesneuvelden die staan vermeld op het oorlogsmonument van Borden-Carleton, Prince Edward Island, was hij gestuit op die van de in Harlingen begraven piloot Elmer Bagnall Muttart. Valkenburg's verzoek om verdere informatie werd door het museum voorgelegd aan de SMAMF en daarmee startte een succesvolle samenwerking.

Enerzijds richtte die zich op het achterhalen van meer informatie over Muttart en over de andere bemanningsleden van de Halifax L9561, die de crash op 12 oktober 1941 bij Wons overleefden. Anderzijds moesten fondsen worden gevonden om de plaatsing van een gedenkpaneel mogelijk te maken. Zowel in Canada als in Nederland werd aan het laatste hard gewerkt. Valkenburg zamelde via zijn Borden-Carleton Research Project gelden in en Dorpsbelang Wons deed hetzelfde. In oktober 2019 kon het paneel aan de Weersterweg, vlakbij de eigenlijke crashlocatie, worden onthuld.

Onder de vele tientallen genodigden bij de ceremonie waren zo'n dertig buitenlandse gasten uit Engeland en Canada, merendeels nabestaanden van de bemanningsleden. Na een kort bezoek aan Muttart's graf in Harlingen woonden zij in het museum "Het Hannemahuis" een presentatie van SMAMF-secretaris Alexander Tuinhout bij over de laatste vlucht van de L9561. Het vliegtuig had zijn doel, Bremen, nooit kunnen bereiken, omdat het al boven Friesland door de Duitse jachtvliegenier Poldi Fellerer werd onderschept. Bijzonder is daarbij het verhaal van de overlevenden, die later vertelden dat er tussen hen en Fellerer geen sprake was van vijandschap. Staartschutter John Duffield kreeg in het Bonifatiusziekenhuis in Leeuwarden zelfs meerdere malen bezoek van zijn Duitse opponenten.

Na de ontvangst in "Het Hannemahuis" vertrok het gezelschap naar de Weersterweg in Wons, waar het informatiepaneel over de L9561 en zijn bemanning werd onthuld door loco-burgemeester Offinga van de gemeente Südwest-Fryslân, Pieter Valkenburg en de voorzitters van Dorpsbelang Wons en de SMAMF. Ter afsluiting konden genodigden een hapje en drankje nuttigen in het dorpshuis "It Bynt" in Wons. Daar werd door Douwe Drijver, secretaris van de SMAMF, ook een exemplaar van het boekje "He died that we might live" uitgereikt aan Cor Politiek sr., ooggetuige van de crash en oud-bewoner van de boerderij waarachter het toestel neerstortte.

De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation is de sponsoren van het project en haar projectpartners, Dorpsbelang Wons en het Borden-Carleton Research Project, dankbaar voor hun bijdragen aan het realiseren van het paneel.(29-11-2019)

2018

Nieuw beleid voor vliegtuigbergingen

Onlangs is de minister van Binnenlandse Zaken akkoord gegaan met een kamervoorstel om het bergingsbeleid voor vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog te wijzigen. Nu nog moeten gemeenten zo'n 30 procent van de kosten van een vliegtuigberging zelf betalen en wordt 70 procent door het Rijk betaald. Minister Ollongren is bereid om voortaan het gemeentelijke aandeel via het Gemeentefonds te vergoeden, zodat er voor gemeenten geen financiële barriëres meer bestaan om tot berging van wrakken over te gaan.

De beleidswijziging is tot stand gekomen op initiatief van de landelijke studiegroep luchtoorlog (SGLO), waarvan ook de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation deel uitmaakt. De SGLO heeft een "shortlist" van circa dertig wraklocaties samengesteld, waarvan het aannemelijk wordt geacht dat daar menselijke resten van gesneuvelde vliegeniers te vinden zijn. De studiegroep hecht er veel waarde aan dat gesneuvelde bemanningsleden worden geborgen en op een begraafplaats ter aarde kunnen worden besteld.

Een goede impuls aan de beleidswijziging hebben twee recente vliegtuigbergingen op het IJsselmeer en in Warten gegeven, temeer door de ruime media-aandacht die voor de opgravingen bestond. In beide gevallen werden stoffelijke resten van bemanningsleden aangetroffen. Bij de berging van de in september 1942 neergestorte Lancaster R5682 in Warten bleek een minieme hoeveelheid botresten afkomstig van de piloot Peter Joslin. De berging op het IJsselmeer leidde tot de identificatie van de Poolse bemanningsleden Sikorski, Socharski en Pisarski, afkomstig uit de in de nacht van 8 op 9 mei 1941 neergestorte Wellington R1322.

In technisch opzicht waren de beide bergingsprojecten een huzarenstukje, uitgevoerd door de firma Leemans Speciaalwerken uit Vriezenveen onder regie van de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht. Bij de berging van de Wellington R1322 werd in de zomer van 2016 een stukje van het IJsselmeer drooggepompt. Hetzelfde gebeurde, op kleinere schaal, ruim een jaar later opnieuw met de watergang Neare Saiter in het natuurgebied De Alde Feanen bij Warten.

Van de berging van Wellington R1322 op het IJsselmeer heeft de firma Leemans een korte video-impressie gemaakt, die hier is te zien.

(06-07-2018)

Dubbelherdenking in Damwâld

Op 5 mei 2018 werden aan de Koarndyk te Damwâld en de Pier Prinslaan onder Dokkum twee informatiepanelen onthuld over de laatste vluchten van de Stirlings BF505 en R9263. Beide toestellen kwamen in de eerste dagen van mei 1943 kort na elkaar neer bij de dorpen Akkerwoude en Murmerwoude, nu onderdeel van Damwâld.

Stirling R9263 vloog op 1 mei 1943 vanaf het Engelse vliegveld Oakington naar Bocholt om de nieuwe H2S radar te testen. De operatie werd geen succes. Vijf van de twaalf deelnemende vliegtuigen moeten door technische storingen eerder terugkeren naar hun bases. Ook de bemanning van Stirling R9263 besloot om terug te vliegen naar Engeland, nog voordat Bocholt was bereikt. Boven Noord-Nederland werd de R9263 omstreeks 02.45 uur onderschept door een nachtjager van het Duitse Nachtjagdgeschwader 1, die er in slaagde om twee motoren van de Stirling in brand te schieten. Het vliegtuig crashte nabij de Koarndyk en zes van de zeven bemanningsleden vonden de dood. Zij liggen begraven op het kerkhof van Akkerwoude.

Vier dagen na de crash van Stirling R9263 kwam ook Stirling BF505 in hetzelfde gebied naar beneden. Het vliegtuig nam met 595 andere vliegtuigen deel aan een grootschalig bombardement op Dortmund. Voor de Royal Air Force verliep de luchtaanval rampzalig. Tijdens de operatie gingen 30 bommenwerpers verloren; het hoogste verliescijfer tot dan toe. Stirling BF505 kwam omstreeks half een 's nachts in de problemen. Het vliegtuigtuig werd neergeschoten door de 22-jarige Duitse piloot Robert Denzel en explodeerde in de lucht. Een Canadees en vier Engelse slachtoffers werden de volgende dag gekist en op de algemene begraafplaats van Murmerwoude begraven. Drie bemanningsleden overleefden de tragedie en brachten de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap door.

De onthulling van de panelen werd bijgewoond door ruim twintig nabestaanden van beide vliegtuigbemanningen, die door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation waren opgespoord in Engeland en Canada.

De panelen voor Stirlings R9263 en BF505 vormen de laatste fase van het project "Se foelen foar ûs", dat door Hannie Bosma en Pieter van der Bij in 2016 werd gestart. Het project richtte zich op het oprichten van informatiepanelen over de drie vliegtuigen die in de oorlogsjaren bij Damwâld neerstortten. Het eerste paneel, over Boston W8318, werd in het voorjaar van 2017 geplaatst.

Bij het voorbereiden van de ceremonie heeft de werkgroep "Se foelen foar ûs" steeds intensief samengewerkt met de SMAMF, die zich met name heeft gericht op het historisch onderzoek naar beide crashes en op het traceren van nabestaanden. Een resumé van het onderzoek van de Stichting is verschenen in het boekje "Se foelen foar ûs" (deel 2), dat vooral voor de leerlingen van de lokale middelbare scholen is samengesteld. De panelen werden mede mogelijk gemaakt door donaties van talloze "Dantumadielster" bedrijven en door het onmisbare werk van de bouwgroep Dijkstra-Draisma.

(19-07-2018)

Onthulling zwaluwhaven bij Warten en expositie "Geraakt!" als eerbetoon aan bemanning Lancaster R5682

Sinds de afronding van de berging van Lancaster R5682 bij Warten heeft de SMAMF, samen met o.a. de provincie Fryslân, NRJ-architecten, Monique Brinks, Statuur en Smart Constructions veel tijd gestoken in het voorbereiden van een herdenkingsceremonie op 15 april 2018, de expositie "Geraakt!" in het bezoekerscentrum van It Fryske Gea te Earnewâld en verdere met de aanwezigheid van ruim 40 nabestaanden van de bemanning samenhangende activiteiten. In de dagen 13-16 april werd de maandenlang voorbereide ontvangst werkelijkheid.

Op vrijdag 13 april vond 's avonds op initiatief van de Stichting een korte"meet-and-greet" met buitenlandse genodigden plaats in het Oranjehotel in Leeuwarden. In veel gevallen ging het daarbij om een hernieuwde kennismaking met gasten die ook in september 2015 bij de onthulling van het informatiepaneel over Lancaster R5682 naar Nederland waren gekomen.

Het officiële programma startte op zaterdagmiddag 14 april met een ontvangst in het Fries Museum, gevolgd door praatjes en presentaties. Klaas Hoekstra, projectleider van de sanering van vuilstortplaats "Ald Dwinger", beet het spits af en sprak kort over de rol van de provincie bij de berging en de voorbereiding van de herdenking. Ook gedeputeerde Michiel Schrier ging in op deze onderwerpen. Landschapsarchitecte Nynke-Rixt Jukema kon vanwege de geboorte van haar dochter niet bij de ceremonie aanwezig zijn, maar sprak het publiek in een vooraf opgenomen videoboodschap toe, waarin zij de symboliek van de zwaluwhaven toelichtte. De laatste spreker was bergingsofficier majoor Bart Aalberts, die een boeiende presentatie gaf over de berging van het vliegtuigwrak. Aalberts ging daarbij ook in op de discussie over het Nederlandse bergingsbeleid, die mede door de casus Warten is aangezwengeld. Na afloop van de lezingen bestond er gelegenheid om in de hal van het Fries Museum na te praten.

Op zondagochtend 15 april "de Friese bevrijdingsdag" werd het gezelschap door Commissaris van de Koning Arno Brok ontvangen op de Saiterboerderij, nabij de crashlocatie. Aansluitend vond buiten een ceremonie plaats tot onthulling van de zwaluwhaven. Familieleden van de bemanning lieten zeven kokers plaatsen met daarin persoonlijke boodschappen, waarvan ook het publiek deelgenoot werd gemaakt. Ook de SMAMF, die de crash van het vliegtuig decennialang heeft onderzocht en de nabestaanden in het buitenland opspoorde, liet een koker in de zwaluwmuur aanbrengen.

Het afsluitende gitaarspel en lied "A boy in blue" van Erica Bridgeman, kleindochter van de navigator Philip Bridgeman, vormden een plechtige en toepasselijke afsluiting van de ceremonie bij de zwaluwhaven. Bij de Saiterboerderij was er vervolgens een gelegenheid om na te praten en te bladeren in het boekje "Geraakt!", dat door de SMAMF speciaal voor de gelegenheid was samengesteld.

Na een korte vaartocht werd in het bezoekerscentrum van It Fryske Gea aan de Koaidyk in Earnewâld de expositie "Geraakt!" over de laatste vlucht en berging van de Lancaster geopend. In de expositie zijn bijzondere voorwerpen te zien die bij de berging zijn opgegraven, zoals een propellerblad met kogelgat en een pantserplaat van de pilotenstoel. De SMAMF, die de tentoonstelling mede heeft samengesteld, zorgde er onder meer voor dat ook een bomscherf van een van de 1900-ponders uit de Lancaster en een origineel RAF uniform in de expositie te zien zijn.

Maandagochtend 16 april vond op het provinciehuis een korte afscheidsbijeenkomst plaats. Het bijzondere bezoek werd onderstreept met het aanbieden van een zwaluwsculptuur naar ontwerp van Hans Jouta en gegoten uit het aluminium van Lancaster R5682 aan de nabestaanden en enkele andere aanwezigen. De grote groep nabestaanden vertrok aansluitend voor een korte rondleiding naar de vliegbasis Leeuwarden, waar de internationale oefening "Frisian Flag" plaatsvond. Velen genoten daarna nog van een korte vakantie in Europa.

(19-07-2018)

2017

Berging Lancaster R5682 voltooid

Na ruim drie weken graven is begin oktober de berging van Lancaster R5682 in de Alde Feanen nabij Warten voltooid. Op de bergingslocatie is een groot aantal onderdelen van het vliegtuigwrak aangetroffen, zoals propellers, delen van de motoren, een poot van een landingsgestel, machinegeweren, zuurstoftanks en een pantserplaat. Verreweg de belangrijkste vondst, in de optiek van de Stichting, betreft een kleine hoeveelheid menselijke resten. De komende maanden zal uit onderzoek van de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht moeten blijken of deze van de vermiste staartschutter Frances Joseph Cooper of van de piloot Peter Joslin zijn.

Aan het einde van het bergingsproces hebben de Luchtmacht Bergingsdienst, Leemans Speciaalwerken, It Fryske Gea en de gemeente Leeuwarden het publiek de gelegenheid geboden om op de bergingslocatie te kijken en daar over de opgraving te worden geïnformeerd. Op zondag 1 oktober 2017 namen ruim vierhonderd belangstellenden deel aan drie boottochten naar de crash- en verwerkingslocatie, waar zij uitleg kregen van bergingsofficier Bart Aalberts, gemeentelijk projectleider Freek Wijning en van Douwe Drijver en Alexander Tuinhout van de SMAMF.

Op dinsdag 3 oktober werden de bergingsactiviteiten met een indrukwekkende herdenkingsceremonie op locatie afgesloten. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation was verheugd om deze bijzondere gebeurtenis samen met twee kleinzonen van Peter Joslin te kunnen bijwonen. Gedenkwaardig waren, naast de twee minuten stilte voor de gesneuvelde bemanningsleden, de flypass van een Lancaster bommenwerper en twee F-16 gevechtsvliegtuigen. Zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk hebben de bergingsoperatie en de herdenkingsceremonie veel aandacht van de pers getrokken.

Op 15 april 2018 zal de crash van Lancaster R5682 opnieuw worden herdacht, dan onder andere, in aanwezigheid van zo'n 40 nabestaanden van de bemanningsleden, waarmee de SMAMF wereldwijd contacten heeft gelegd en van vertegenwoordigers van 61 Squadron. Op die datum zal de crashlocatie worden gemarkeerd met een zwaluwwand naar ontwerp van Nynke Rixt Jukema en zal een expositie over de crash worden geopend in het bezoekerscentrum van It Fryske Gea in Earnewâld.(22-10-2017)

Berging Lancaster R5682 

In september zal een begin worden gemaakt met het bergen van het wrak van Lancaster R5682 in de Alde Feanen bij Warten. Voor de SMAMF vormt de opgraving van het toestel een nieuwe episode in een dossier waaraan al sinds de jaren '80 is gewerkt. Het vele door de Stichting verrichte historische onderzoek heeft al in 2015 geleid tot de onthulling van een informatiepaneel over de laatste vlucht van Peter Joslin en zijn bemanning aan de oever van de Lange Sleatten; een evenement dat destijds ook door een groep nabestaanden van de crew werd bijgewoond. Sindsdien is de SMAMF betrokken geweest bij de voorbereiding van de berging en daarmee samenhangende activiteiten.

Uit een recent persbericht van de gemeente Leeuwarden, onder meer afgedrukt in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad, blijkt dat het bergingsbedrijf Leemans Speciaalwerken verwacht dat het wrak van de Lancaster nog vrijwel compleet is. In een interview met Omrop Fryslân acht projectleider Wijning van de gemeente de kans bovendien groot dat er in het vliegtuig ook stoffelijke resten van de vermiste Canadese staartschutter Francis J. Cooper worden gevonden.

De SMAMF, die namens de projectorganisatie contacten met de nabestaanden onderhoudt, hoopt dat met het aantreffen van stoffelijke resten na vijfenzeventig jaar een einde zal komen aan de vermissing van Cooper. De Stichting neemt in dezen vooral het standpunt "eerst zien, dan geloven" in, temeer omdat er ook andere scenario's ten aanzien van Cooper's lot denkbaar zijn.

(22-08-2017)


Project "Se foelen foar ûs" te Damwâld 

We waren het snel met elkaar eens toen het stichtingsbestuur gevraagd werd om mee te werken aan het project dat het comitï' "Se foelen foar ûs" in Damwoude wil realiseren. Ook de gemeente Dantumadiel juichte het plan toe en wilde volledig meewerken; mede daardoor stonden de eerste ideeën al snel op papier.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortten er drie geallieerde vliegtuigen in de omgeving van het huidige Damwoude neer. 18 mei 1942 crashte een tweemotorige Boston bij Vrijstad en op respectievelijk 1 en 5 mei 1943 vonden twee Short Stirlings hun einde in de Borken en bij Murmerwoude. De gesneuvelde bemanningsleden vonden hun laatste rustplaats op de begraafplaatsen van Akkerwoude en Murmerwoude. Van de drie toestellen kwamen totaal vijf bemanningsleden per parachute behouden aan de grond.

Het project om bij de drie crashplaatsen een informatiepaneel te plaatsen verloopt voorspoedig. Het comité "Se foelen foar ûs" weet vele lokale bedrijven voor het plan te interesseren en zij zorgen voor zowel materiële- als financiële steun. De stichting is druk bezig met het opsporen van familieleden van de betrokken vliegers en zorgt er voor, dat de drie crashes gereconstrueerd kunnen worden. Hiervoor worden plaatselijke archieven en buitenlandse bronnen geraadpleegd. Samen met de verhalen van de vijf overlevenden kunnen de drie panelen gerealiseerd worden.

De projectorganisatie van "Se foelen foar ûs" en SMAMF is de sponsoren (zie bijgaande lijst) van het project zeer dankbaar voor hun bijdrage. Zonder hen zou het niet mogelijk zijn om de panelen rondom Damwoude te realiseren.

(13-04-2017)

2016

Nieuw boek over luchtoorlog in Zuidoost-Fryslân (download flyer)
Tijdens de nacht van 13 op 14 september 1942 was Bremen het doelwit van de Engelse luchtmacht. 446 toestellen stegen vanaf vliegvelden aan de Engelse oostkust op om o.a. scheepswerven en de Focke Wulf fabrieken te bombarderen. De stad aan de Weser kreeg het zwaar te verduren. Twintig bommenwerpers keerden niet op hun basis terug. Twee daarvan gingen boven Friesland verloren. Ze kwamen slechts enkele kilometers van elkaar neer. Lancaster W4108 werd door een Duitse nachtjager neergeschoten en crashte aan de Buitenweg bij Oudehorne. De gehele bemanning kwam om het leven. Wegens motorstoring moest de bemanning van Halifax BB205 hun machine per parachute verlaten. Ze kwamen in de buurt van Ter Idzard behouden aan de grond en werden door de Duitsers gevangen genomen. Zij verbleven de rest van de oorlog in diverse krijgsgevangen kampen.

Na jaren onderzoek heeft Lieuwe Boonstra de lotgevallen van beide bemanningen weten te achterhalen. Het boek vertelt in vele nooit eerder gepubliceerde foto’s en verhalen van overlevenden en bewoners van beide dorpen, wat zich die nacht heeft afgespeeld onder de rook van Heerenveen. Een aanrader voor een ieder die in de lokale geschiedenis geïnteresseerd is.
(22-09-2016)

Tentoonstelling "Lest we forget"  (download flyer)

Van 9 april tot 4 juni aanstaande is in Tresoar, Boterhoek 1 te Leeuwarden, de expositie “Lest we forget… - De luchtoorlog boven Friesland, 1939-1945” te zien. De tentoonstelling geeft een beeld van de felle strijd die zich in de oorlogsjaren in het Friese luchtruim heeft afgespeeld. Omdat Friesland op de geallieerde aanvliegroutes naar Duitsland lag en de Fliegerhorst Leeuwarden de spil vormde van de Duitse luchtverdediging in Noord-Nederland, stortten er regelmatig vliegtuigen boven de provincie neer. De bevolking werd verder geconfronteerd met verduisteringsmaatregelen, bombardementen en beschietingen van treinen, trams, schepen en auto’s.

De expositie is samengesteld door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF), die zich al jarenlang inspant om de herinnering aan de luchtoorlog boven Friesland levend te houden. De Stichting was in het recente verleden onder andere betrokken bij de plaatsing van monumenten en gedenkpanelen te Spears, Soarremoarre, Koudum, Klaeiterp, Koudum, IJlst, Workum, Hallum, Warten en Mirns.

Meer informatie over de expositie “Lest we forget…” en de lezing en fietstocht die in het kader van de tentoonstelling worden georganiseerd is te vinden in de flyer.
(28-03-2016)

Nabestaanden Pilot-Officer Stanford gevonden
Op 16 april 2015 werd op initiatief van Warkums Erfskip aan de Alde Dyk bij Workum een informatiepaneel onthuld over de crash van Lancaster W4888. Het toestel kwam in de vroege ochtend van 5 mei 1943 brandend naar beneden, nadat het boven het IJsselmeer door een Duits jachtvliegtuig was beschoten. Van de zevenkoppige bemanning overleefde alleen de bommenrichter Ralph Duncan Paterson de fatale laatste missie naar Dortmund. De overige zes vliegeniers aan boord van Lancaster W4888 vonden de dood en werden begraven op de algemene begraafplaats van Workum.

In de maanden voorafgaand aan de onthulling van het gedenkpaneel verrichtte de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation historisch onderzoek naar het vliegtuig en zijn bemanning. De SMAMF slaagde er in om contact te leggen met nabestaanden van zes van de zeven bemanningsleden. Het lukte helaas niet om de familie van de Zuid-Afrikaanse piloot Nicholas James Stanford tijdig te traceren. In de portrettengalerij op het informatiepaneel is zijn foto vervangen door een silhouet.

Onlangs heeft de SMAMF alsnog contact weten te leggen met een achternicht van Pilot-Officer Stanford. De familie reageerde verheugd op het bestaan van het gedenkpaneel en bleek ook te beschikken over Nick’s portretfoto. Een jaar na de herdenkingsceremonie aan de Alde Dyk heeft ook het laatste bemanningslid van Lancaster W4888 nu een gezicht gekregen. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation overlegt met Warkums Erfskip wanneer een ‘geupdate’ versie van het paneel kan worden geplaatst.
(28-03-2016)         

Educatieve boekjes in de verkoop
In samenwerking met het Fries Verzetsmuseum heeft de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) in 2015 een viertal educatieve boekjes uitgegeven over de crashes te Workum, Warten, Kleiterp en Mirns. De boekjes, die primair voor gebruik in het basisonderwijs zijn bedoeld, hebben 12 bladzijden en zijn rijk geïllustreerd. Ze zijn, voor zover de voorraad strekt, via de website te bestellen. De kosten bedragen, inclusief porto, Euro 4,00 per stuk. Gaarne opgaaf van de titel, het aantal stuks en naam, adres en woonplaats. Na ontvangst van de bestelling sturen wij u een bevestiging en bankgegevens. Wie het eerst komt wie het eerst maalt...
(17-02-2016)

Verzetsmuseum, Tresoar en SMAMF gezamenlijk op onderwijsavond in Leeuwarden
De onderwijsavond welke op 14 januari 2016 door het Fries Museum werd georganiseerd trok een groot aantal belangstellenden. Het team educatie had voor een aantrekkelijk programma gezorgd en na het openingswoord van mevrouw Inge Hekman, konden de aanwezigen aan diverse rondleidingen of andere programma’s deelnemen.

Tresoar en de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation waren op uitnodiging eveneens vertegenwoordigd. Zij kregen volop de gelegenheid om zich te presenteren. De gebeurtenissen die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden staan nog steeds volop in de belangstelling.  De overval op het Huis van Bewaring in Leeuwarden spreekt iedereen tot de verbeelding. In het Fries Verzetsmuseum wordt deze gebeurtenis breed uitgelicht. De archieven van Tresoar werden vorig jaar veelvuldig geraadpleegd. “Wat gebeurde er in mijn woonplaats en wie waren daar bij betrokken?” was een veel gestelde vraag. De SMAMF slaagde er in om tijdens het jubileumjaar – in Nederland werd in 2015 de 70-jarige bevrijding uitgebreid gevierd – een zestal geallieerde vliegers hun naam terug te geven. Op het naamloze graf werden twee nieuwe stenen, voorzien van namen, geplaatst. De samenwerking tussen de Koninklijke Luchtmacht en de stichting had na jarenlang lobbyen resultaat opgeleverd.

Tijdens de borrel was er ruimschoots gelegenheid om na te praten. Zo werd de stichting uitgenodigd om in het najaar een lezing in Easterwierrum te houden en mochten het Verzetsmuseum en Tresoar diverse rondleidingen boeken. 
(04-02-2016)

2015

Liberator Lost 

Op de dag, dat de Amerikanen hun veteranen eerden en de Nederlandse kinderen ’s avonds Sint Maarten vierden, werd er op de begraafplaats van Mirns een informatiepaneel ter nagedachtenis aan de crash van Liberator 42-7554 onthuld.

De middag begon 11 november 2015 in multifunctioneel centrum De Gearte in Bakhuizen. In samenwerking met Dorpsbelang Bakhuizen, Mirns en Rijs en de gemeente De Fryske Marren was de stichting SMAMF verantwoordelijk voor de herdenkinsceremonie.

Mevrouw Bandenburg-Vogelzang kon namens de organisatie een kleine honderd belangstellenden welkom heten. Naast zes nabestaanden uit Amerika - zij vertegenwoordigden de families Destro, Gill en Odom -, bevonden de luchtmacht attaché van de Verenigde Staten en burgemeester Aalders zich onder de aanwezigen.

De presentatie door Douwe Drijver en Hans Groeneweg van de SMAMF over de laatste vlucht van de Liberator 42-7554 en het lot van de 10 bemanningsleden boeide iedereen van het begin tot het einde. De vlucht op 22 december 1943 naar de Duitse stad Osnabrück, inclusief hindernissen die reeds voor het bereiken van het doel overwonnen moesten worden en een ontmoeting met een aantal Duitse jachtkruisers, vond haar einde op de begraafplaats van Mirns. Zeven bemanningsleden vonden de dood. Slechts drie wisten het vege lijf te redden. Twee daarvan werden door de bezetter gevangen genomen; één werd zwaar gewond in het ziekenhuis opgenomen. Met hulp van het verzet wist alleen co-piloot Erwin Bevins uit handen van de Duitsers te blijven. Samen met Joseph Gill en Harry Henry keerde hij na de oorlog terug in Amerika.

Na de presentatie was het tijd om per bus naar de begraafplaats te vertrekken. Een ritje van zo’n tien minuten, meer was het niet. Rond drie uur, de tijd dat de Liberator neerstortte, werd het paneel door de nabestaanden onthuld. Het voorlezen van een gedicht door twee leerlingen van de basisschool “De Toekomst” in Bakhuizen, een erewacht en het blazen van de Last Post gaven de herdenking extra allure. Want zij die hun leven voor onze vrijheid in de waagschaal legden, mogen wij nooit vergeten. Het door de SMAMF geplaatste paneel in Mirns zorgt ervoor dat de herinnering aan de bemanning van B-24 nr. 42-7554 levend blijft.

Na terugkeer in De Gearte was er ruimschoots gelegenheid om contact met de Amerikanen te leggen en onderling ervaringen uit te wisselen. Hier werd dan ook ruimschoots gebruik van gemaakt. Na afloop van de receptie bezochten de organisatie en de Amerikaanse gasten de tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog in museum Mar en Klif in Oudemirdum. Hier zullen ook de door de heer Tony Destro aan het Fries Verzetsmuseum geschonken voorwerpen voorlopig tentoon worden gesteld. Met een diner werd de geslaagde dag afgesloten.

(18-12-2015)

   

Informatiepaneel over bemanning Lancaster R5682 onthuld in Earnewâld

In de late avond van 4 september 1942 vertrokken negen bommenwerpers van 61 Squadron Royal Air Force vanaf hun thuisbasis Syerston bij Nottingham. De toestellen hadden opdracht om een bombardement uit te voeren op de Focke Wulf vliegtuigfabrieken in Bremen. Een van de machines zou zijn doel nooit bereiken. De Lancaster R5682 werd al op de heenreis geraakt door het Duitse luchtafweergeschut op de Waddeneilanden.

Ondanks dat er twee motoren kapot waren geschoten, slaagde de piloot van de R5682, Pilot-Officer Peter Joslin, er in om het vliegtuig in de lucht te houden. Boven het Friese vasteland volgde kort daarna de genadeklap. De kreupele bommenwerper werd ten noordoosten van Leeuwarden opgemerkt door de Duitse jachtvlieger Heinz Vinke, die even tevoren vanaf de Fliegerhorst Leeuwarden was opgestegen.

Joslin gaf na het hevige vuur van Duitse zijde opdracht aan zijn bemanning om het vliegtuig te verlaten. Vijf van de zeven vliegeniers slaagden daar ook in. Voor de bommenrichter Edward Joseph May liep de parachutesprong fataal af. Hij werd begin oktober 1942 dood gevonden in Alde Feanen en ligt sindsdien begraven in Earnewâld.

Ook Peter Joslin zelf bracht het er niet levend vanaf. Hij zat nog in het toestel toen het in een vuurzee ten onder ging in de veenplassen vlakbij de Saiterboerderij in Warten. Joslin’s stoffelijk overschot werd door de Duitsers de volgende dag geborgen en begraven op de algemene begraafplaats van Warten.

Van één bemanningslid, staartschutter James Francis Cooper, is het lot nooit opgehelderd. Hij staat sinds 5 september 1942 als vermist te boek. De vier overlevenden - Philip Bridgeman, Eric Booth, Bertram Farmer en Neal Mullins - werden allemaal na korte tijd gearresteerd en in krijgsgevangenschap afgevoerd naar Duitsland.

De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) heeft jarenlang onderzoek verricht naar de laatste vlucht van Lancaster R5682. In 2014 werd de samenwerking gezocht met It Fryske Gea, dat zich samen met de Stichting bijzonder heeft ingespannen om het informatiepaneel over de Lancaster aan It Spoekepaed bij Earnewâld te realiseren. Het paneel kon verder tot stand komen door bijdragen van de gemeenten Leeuwarden en Tytsjerksteradiel.

Op 5 september 2015, exact drieënzeventig jaar na de crash, verzamelden zo’n honderd genodigden zich in het bezoekerscentrum van It Fryske Gea te Earnewâld. Onder de aanwezigen waren bijna twintig door de SMAMF opgespoorde nabestaanden van de bemanningsleden, die voor de herdenkingsplechtigheid uit Australië, Canada en Engeland waren overgekomen. De ceremonie werd verder onder meer bijgewoond door vertegenwoordigers van de Britse ambassade en door de (loco-)burgemeesters van Leeuwarden en Tytsjerksteradiel.

Na een welkomstwoord door Henk de Vries, de directeur van It Fryske Gea, verzorgde Alexander Tuinhout namens de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation een lezing over de noodlottige laatste vlucht van Lancaster R5682. De genodigden namen daarna plaats aan boord van het m.s. “Redbad” om af te meren langs de Lange Sleatten, vlakbij de locatie van de onthulling.

Halverwege de middag werd het paneel door de (loco-)burgemeesters Henk Deinum en Erik ter Keurs, samen met Henk de Vries en SMAMF-voorzitter Hans Groeneweg onthuld. Daarna volgde de Last Post - verzorgd door een hoornblazer van de kapel van de Koninklijke Luchtmacht - een minuut stilte en kransleggingen door onder meer de Britse ambassade, Bomber Command Association, Royal British Legion, de familie Joslin en de SMAMF.

Na afloop van de onthulling werden alle genodigden zeer gastvrij ontvangen op de nabijgelegen Saiterboerderij, waar een hapje en een drankje werden genuttigd. Tijdens de receptie werd door de SMAMF het educatieve boekje “Tragiek bij de Saiter” gepresenteerd, primair bedoeld voor het basisonderwijs in de regio.

Aan het einde van de middag bracht m.s. “Redbad” de genodigden terug naar Earnewâld en ging ieder zijns weegs. Voor de nabestaanden van de bemanningsleden en de direct betrokkenen bij de organisatie werd de dag afgesloten met een diner in het restaurant “De Buitenplaats”.

(28-11-2015)

Familie van Engelse vlieger meldt zich

Dankzij de hulp van de BBC South East Wales was het stichtingsbestuur er jaren geleden in geslaagd om een foto van Roy Penry Williams aan haar collectie toe te voegen. Toen op 25 juli 2011 een informatiepaneel langs het fietspad bij Klaieterp werd onthuld kregen de zes bemanningsleden van Wellington R1397 eindelijk een gezicht. Precies 70 jaar na de crash kon het eerste deel van het onderzoek afgesloten worden.

In samenwerking met de bergingsofficier van de Koninklijke Luchtmacht, majoor Paul Petersen, werd de missie om de zes vermisten hun naam terug te geven begin 2014 afgerond. Uit Engeland werd toen het bericht ontvangen, dat de Royal Air Force de conclusies van de stichting en de luchtmacht deelde. Het tweede deel van dit dossier werd hiermee eveneens succesvol afgerond.

Het vervangen van de grafsteen die zich op de Noorder Begraafplaats in Leeuwarden bevindt, was het laatste hoofdstuk van dit drieluik. In het voorjaar van 2015 kwam het verlossende e-mail bericht. Op 15 september wordt de steen vervangen door twee nieuwe.

Inmiddels hebben alle zes families een uitnodiging ontvangen om de plechtigheid bij te wonen. Omdat het bestuur vijf van hen de afgelopen jaren constant op de hoogte had gehouden betreffende de gang van zaken, waren de actuele adressen voor de Engelse autoriteiten beschikbaar. Na het verspreiden van een bericht via de media meldde de nicht van Roy Penry Williams zich. Ze woont in Derbyshire en zal de plechtigheid bijwonen. Deze internationale samenwerking kon succesvol worden afgesloten.  Voor meer informatie over deze crash zie o.a. de jaargang  Actueel 2008.

(01-09-2015)

Paneel voor bemanning Lancaster W4888 in Workum onthuld

Op 16 april 2015 werd aan de Alde Dyk bij Workum een gedenkpaneel onthuld voor de bemanning van Lancaster W4888. Het initiatief voor het paneel werd in 2012 genomen door de historische vereniging Warkums Erfskip, die in 2014 de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation in de arm nam om historische gegevens te achterhalen en om nabestaanden van de bemanning op te sporen. Na anderhalf jaar onderzoek is de SMAMF er in geslaagd om contact te leggen met de familieleden van zes inzittenden. Nabestaanden van de Zuid-Afrikaanse piloot Nicholas James Stanford konden vooralsnog niet worden getraceerd.

De Lancaster W4888 was in de vroege ochtend van 5 mei 1943 op de retourvlucht van een bombardement op Dortmund. De bemanning was betrekkelijk ervaren, maar kon niet voorkomen dat het vliegtuig boven het IJsselmeer werd aangevallen door een Duitse nachtjager van het vliegveld Leeuwarden. Voor de jachtvlieger Lothar Linke werd deze nacht het hoogtepunt van zijn carrière: hij slaagde er binnen anderhalf uur in om drie geallieerde toestellen neer te halen. Eén daarvan was de W4888, die door piloot Nicholas Stanford nog brandend in de richting van Workum kon worden gestuurd. In de omgeving van de Alde Dyk viel de hevig brandende machine uiteen. Zes van de zeven bemanningsleden kwamen om het leven. Vijf van hen werden op 7 mei begraven op de algemene begraafplaats van Workum. John Hadfield, het zesde slachtoffer, werd later in een weiland gevonden. Hij werd op 10 mei ter aarde besteld.

De crash kende slechts één overlevende, de navigator Ralph Duncan Paterson. Hij kon zich na de oorlog niet exact herinneren hoe hij het brandende vliegtuig heeft verlaten, maar herinnerde zich wel dat hij bij kennis kwam en daarna meteen aan het koordje van zijn parachute trok. Paterson landde bij de Workumer sluis, waar hij door de sluiswachter Simon Wiersma werd opgevangen. Omdat hij zware brandwonden had aan zijn knieën en handen, werd Paterson overgebracht naar de praktijk annex woning van huisarts Bernard Noordhoff. Ook nadat de Duitsers van Paterson’s aanwezigheid in kennis waren gesteld, mocht hij nog enkele dagen ter verpleging bij Noordhoff blijven. Pas op 8 mei 1943 werd Ralph Paterson afgevoerd naar de Fliegerhorst Leeuwarden en daarna naar ziekenhuizen in Duitsland. Op 7 mei had hij vanuit zijn tijdelijke verblijf bij de dokter de begrafenisstoet van zijn mede-bemanningsleden voorbij zien komen.

Tweeënzeventig jaar na de crash waren nabestaanden van Paterson, Lyon, Reynolds en Clark vanuit Groot-Brittannië en Canada naar Workum gekomen om de onthulling van het paneel bij te wonen. De herdenking begon met een bezoek aan de Workumer begraafplaats, waarna de nabestaanden en vele andere gasten werden ontvangen in het gemeenschapscentrum “De Klameare”. Daar leidde ceremoniemeester en lid van Warkums Erfskip Gerrit Kemker de bijeenkomst in, om vervolgens het woord te geven aan loco-burgemeester Durk Stoker van de gemeente Súdwest-Fryslân. Na Stoker hield Alexander Tuinhout van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation een presentatie over de crash van de Lancaster W4888 en het lot van de bemanningsleden.

Vanuit “De Klameare” vertrok het gezelschap met eigen auto’s en het Workumer toeristentreintje naar de Alde Dyk, waar onder grote publieke belangstelling het paneel werd onthuld. De heer Dijkstra, oud-bewoner van de nabijgelegen zathe “Westerein” verrichte de onthulling, waarna een minuut stilte voor de slachtoffers in acht werd genomen. Krans- en bloemleggingen vonden plaats namen de Canadese en Zuid-Afrikaanse ambassades, het British Legion, de Bomber Command Association en de SMAMF. Warkums Erfskip liet als eerbetoon aan de slachtoffers een keramiek van klaprozen (“poppy ‘s”) onder het gedenkpaneel plaatsen.

Na de onthulling keerden vele genodigden terug naar “De Klameare” voor een informele receptie. De dag werd door de nabestaanden van de bemanning samen met leden van Warkums Erfskip en de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation afgesloten met een bijzonder geslaagd diner.

(28-06-2015)

Lezing “Luchtoorlog boven Ferwerderadiel” in It Heech te Ferwert

In deze meidagen organiseert het kleinste huiskamertje van noordoost Friesland “It Heech” in Ferwert een lezing in samenwerking met de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation. De lezing wordt verzorgd door Douwe Drijver en Alexander Tuinhout, beiden als onderzoeker actief binnen de SMAMF.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter het buitendijkse land van het Noarderleech als oefenterrein. Er werd een bunkertje gebouwd, er werden schietschijven geplaatst en aarden wallen in de vorm van schepen als oefenobjecten opgeworpen.

Tijdens een schietoefening verongelukte op 16 juli 1943 de destijds 21-jarige Georg Wilhelm. Omdat hij zijn vlieghoogte foutief inschatte verdween hij met zijn Messerschmitt Bf. 109 “Gelbe 3” in de zachte grond.

Het wrak en de piloot  werden nooit geborgen en daarom wordt de plaats van de crash nog steeds als veldgraf aangemerkt. In 2014 werd bij het bunkertje in het Noarderleech een informatiepaneel onthuld. Hierop wordt aandacht geschonken aan het oefenterrein en de crash van de jonge Duitse piloot (zie “actueel” 2014).

Tijdens deze lezing in “It Heech” wordt de rol van de Fliegerhorst Leeuwarden uit de doeken gedaan en na een korte pauze worden een aantal crashes welke in de gemeente Ferwerderadiel plaatsvonden besproken. De Messerschmitt Bf. 109 van Wilhelm staat daarin centraal.

Lezing "Luchtoorlog Ferwerderadiel 1940-1945”datum: zaterdagavond 2 mei 2015Aanvang: 20.30 uurDeur open: 20.00 uurToegangsprijs: €10,- p.p.

Toegang tot deze lezing is alleen mogelijk na aanmelding via tel. 0518-721020, 06.54763154 of via bobdeboer@pinupsanddowns.com

FryslânDOK over de luchtoorlog boven Friesland (video 30 min)

Op 19 april werd op Omrop Fryslân het tweede deel van de documentaireserie “Fryslân 40-45. Wat de oarloch mei ús die” uitgezonden. In dit deel stond de luchtoorlog boven Friesland centraal; een luchtoorlog die woedde van 1939 tot 1945 en die veel slachtoffers eiste, vooral onder geallieerde en Duitse vliegeniers, maar ook onder de burgerbevolking. In de documentaire komt Wyb Jan Groendijk aan het woord, die onderzoek heeft gedaan naar tientallen aangespoelde vliegeniers op Schiermonnikoog. Aangrijpend is verder het verhaal van de familie Fokkema uit Beetgumermolen, die vier kinderen verloor als gevolg van een bombardement op de Fliegerhorst Leeuwarden.

Als rode draad in de documentaire wordt de bijzondere geschiedenis van de B-24 Liberator “Yankee Rebel Harmony” belicht, die op 8 maart 1944 een noodlanding maakte bij Warten. De co-piloot van het vliegtuig, Stephen Peter Judd, overleefde die noodlanding niet. De piloot John Kendrick raakte levensgevaarlijk gewond en verloor zijn beide benen. Negen andere bemanningsleden brachten het er zonder verwondingen vanaf. Het Friese verzet zorgde ervoor dat een aantal van hen op een pilotenlijn werd gezet, met de bedoeling om naar het onbezette Spanje te ontsnappen. De later bekende journaliste en schrijfster Tiny Mulder was de spil van de pilotenhulp in Friesland. Met hulp van vele Friezen hielp zij tientallen vliegeniers op weg naar de vrijheid. Helaas vielen bijna alle piloten in België uiteindelijk door verraad in Duitse handen.

Beter af waren de enkele vliegeniers die tot de bevrijding in Friesland bleven. Een van hen, Stan Stanczkiewicz, de boordschutter van de “Yankee Rebel Harmony”, komt in de documentaire aan het woord.  Lambertus Brandsma, in wiens ouderlijk huis Stanczkiewicz in 1944 onderdak kreeg, vertelt over zijn onverwachte ontmoeting met de Amerikaanse kostganger.

De documentairereeks “Fryslan 40-45” is een initiatief van Omrop Fryslân en Tresoar. De aflevering over de oorlog boven Friesland is grotendeels gebaseerd op het onderzoek van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation. In de documentaire bezoeken de bestuursleden Douwe Drijver en Alexander Tuinhout een aantal plaatsen die onlosmakelijk met de crash van de “Yankee Rebel Harmony” en de ontsnappingspoging van de bemanningsleden zijn verbonden.

(23-04-2015)

SMAMF geeft lezing in Terkaple

Op donderdag 19 februari verzorgden Douwe Drijver en Alexander Tuinhout van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation voor zo'n vijfentwintig belangstellenden een lezing over de luchtoorlog boven Friesland in het multifunctioneel centrum "It Heechein" in Terkaple. Tijdens de presentatie werden onder meer de geschiedenis van de Fliegerhorst Leeuwarden en de geallieerde crashes bij Soarremoarre en Spears belicht. Verder passeerden de bombardementen op Akmarijp en de sluis van Terhorne de revue. Bij het bombardement op de sluis, dat bedoeld was om het Duitse scheepvaartverkeer in bezet gebied te hinderen, vielen in september 1944 vier doden te betreuren. Het bombardement op Akmarijp van 7 juli 1944 was geen gerichte aanval, maar een noodafworp. Eén van de bommen ging niet af en moest in 2009 door de Explosieven Opruimingsdienst onschadelijk worden gemaakt.

(01-03-2015)

Oud-bergingsofficier Zwanenburg geïnterviewd door Omrop Fryslân

Op zondag 11 januari 2015 zond het radioprogramma Buro De Vries van Omrop Fryslân een dubbelinterview uit met oud-bergingsofficier Gerrit Zwanenburg en luchtvaartenthousiast Hille Oppedijk.

Gerrit Zwanenburg (1928) was tussen 1967 en 1987 bergingsofficier bij de Koninklijke Luchtmacht. Onder zijn leiding werden tientallen vliegtuigwrakken uit de Nederlandse bodem omhooggehaald. Zwanenburg’s aantreden viel samen met het droogmalen van Zuidelijk Flevoland. In dat gebied kwamen veel vliegtuigen aan de oppervlakte die tijdens de oorlog in het IJsselmeer waren gecrasht.

Dankzij het speurwerk van Zwanenburg, die opgroeide in Harlingen, werden tientallen vermiste vliegeniers geïdentificeerd. Zijn jarenlange research leidde tot de publicatie van de kroniek “En nooit was het stil”. Op de informatie die door Zwanenburg werd verzameld wordt door tegenwoordige luchtvaartonderzoekers als Hille Oppedijk en de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation nog altijd voortgeborduurd.

(15-01-2015)

2014

Slachtoffers crash Wellington R1397 krijgen namen terug 

Al vanaf het midden van de jaren ’60 is er historisch onderzoek gedaan naar de crash van een Engelse bommenwerper in het gehucht Klaeiterp bij Boazum. Van dit eerste vliegtuig dat op het Friese vasteland neerstortte in de vroege ochtend van 25 juli 1941 bleef de identiteit decennialang onbekend. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation bestudeerde de crash al eens in de jaren ’80, maar pakte het dossier omstreeks 2008 opnieuw met voortvarendheid op. Op grond van een gedetailleerd onderzoek in binnen- en buitenlandse archiefstukken kon worden vastgesteld dat het neergestorte vliegtuig de Wellington R1397 van 103 Squadron Royal Air Force moest zijn geweest. Daarmee werden ook de namen van de piloot Mervyn Sydney Lund en zijn vijf bemanningsleden bekend.

Op 25 juli 2011, exact 70 jaar na de crash, onthulde de SMAMF in nauwe samenwerking met de gemeente Littenseradiel een gedenkpaneel voor de crew. Op het paneel worden de namen van de zes gesneuvelde vliegeniers vermeld. Tot nu toe ontbrak het echter aan een officiële erkenning van de crash door de Britse autoriteiten. Zo’n officiële erkenning neemt niet alleen alle mogelijke twijfel over de crashlocatie weg, maar is ook noodzakelijk om de grafsteen van de omgekomen bemanningsleden van hun namen te kunnen voorzien.

Vanaf 2011 heeft de bergingsofficier van de luchtmacht, majoor Petersen, in zeer nauwe samenwerking met de SMAMF een uitvoerig rapport over de crash opgesteld. Ruim twee jaar nadat dat rapport aan de Britse autoriteiten werd toegezonden, heeft de Stichting kortgeleden bericht ontvangen dat de Britse overheid de conclusies ervan deelt. Voor de SMAMF wordt daardoor een lang gekoesterde wens werkelijkheid. De grafsteen van de bemanning op de Noorderbegraafplaats, nu nog voorzien van het opschrift “Four airmen of the 1939-1945 war – known unto God” zal binnen afzienbare tijd worden vervangen door een steen met daarop de zes namen van de gesneuvelden.

Het is een in Nederland unieke gebeurtenis dat vliegeniers die als onbekenden zijn begraven drieënzeventig jaar na hun begrafenis alsnog hun namen terugkrijgen. Voor Omrop Fryslân was dat een reden om Douwe Drijver en Alexander Tuinhout, bestuursleden van de SMAMF, te vragen naar de opmerkelijke geschiedenis van deze crash.

(28-02-2014)

SMAMF helpt bij identificatie machinegeweren

Halverwege mei 2014 werden uit de Waddenzee twee Browning .50 machinegeweren opgevist door Peke Wouda en Klaas de Hek. De Staverse vissers brachten de wapens aan land en schakelden het Kazemattenmuseum in, waar conservator Wim Stienstra onmiddellijk het unieke van deze vondst onderkende. Hij zag direct dat het ging om het boordgeschut uit de staart van een Amerikaanse B-17. Ook vond hij op de redelijk gave wapens een van de registratienummers.

De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation werd door Stienstra ingeschakeld om uit te zoeken uit welk vliegtuig de geweren afkomstig zijn. Bestuurslid Alexander Tuinhout vond al snel een verwijzing in een Amerikaans rapport over de crash van B-17 nr. 42-30860.

Het Vliegende Fort van piloot Merl Schroeder vloog op 16 december 1943 een bombardementsmissie naar Bremen. Boven Friesland kwam het in botsing met een andere B-17, die later bij Kimswerd neerkwam. Het toestel van Schroeder crashte in de Waddenzee. Vijf bemanningsleden spoelden later aan op de Friese kust. De andere vijf zijn tot op heden vermist.

Onder hen is de staartschutter John Burns Hull, die het nu gevonden machinegeweer indertijd bediende. De SMAMF heeft inmiddels contact opgenomen met Hull’s dochter, die verrast was dat er na 71 jaar nog een deel van haar vaders bommenwerper is gevonden.

Omdat de vondst officieel valt onder de Wet Wapens en Munitie, zijn de machinegeweren nog niet in het Kazemattenmuseum te zien. De Officier van Justitie moet beslissen of de boordwapens binnenkort aan het museum kunnen worden overgedragen.

(22-05-2014)

Informatiepaneel onthuld in het Noarderleech bij Hallum 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het Noarderleech - het buitendijkse gebied ter hoogte van Hallum - jarenlang in gebruik als oefenterrein van de Fliegerhorst Leeuwarden. Boven het terrein verfijnden de vliegeniers van de Luftwaffe hun schietkunsten. Ook wierpen zij met regelmaat bommen af in de omgeving van de Oude Dobbe. Het ging daarbij zowel om echte bommen, waarmee op het vliegveld uit veiligheidsoverwegingen niet mocht worden geland, als om oefenprojectielen. De resultaten van de oefeningen konden worden geobserveerd vanuit een kleine bunker, die vandaag de dag nog steeds een markant punt vormt in het landschap.

De bunker vormde op 6 julli 2014 de achtergrond voor de onthulling van een informatiepaneel over de bijzondere oorlogsgeschiedenis van het Noarderleech. Het paneel kwam tot stand op initiatief van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation in nauwe samenwerking met de gemeente Ferwerderardiel en It Fryske Gea.

Naast de historie van het oefen- en noodafworpterrein besteedt het informatiepaneel ook aandacht aan de crash van de Messerschmitt Bf 109 van Uffz. Georg Wilhelm. Wilhelm was een jonge piloot uit Leipzig die op 6 juli 1943 in zijn toestel opsteeg vanaf de Fliegerhorst Leeuwarden. Hij was nog maar enkele weken eerder in Leeuwarden gearriveerd, samen met een groep andere nog tamelijk onervaren piloten die samen de nieuw gevormde IIIe Gruppe van Jagdgeschwader 1 moesten gaan vormen. De eenheid verkeerde de eerste weken in opbouw en had begin juli nog nauwelijks gevechtservaring. Oefeningen werden wel gehouden; op 6 juli oefenden de Messerschmitts met het afwerpen van bommen boven het Noarderleech. Wilhelm deed een succesvolle afworp en vloog daarna nog een keer over het terrein om het resultaat te bekijken. Daarbij maakte hij een ernstige besturingsfout. De jager raakte overtrokken en stortte vanaf een hoogte van zo'n vijfhonderd meter naar beneden.

Georg Wilhelm werd bij de crash op slag gedood. Het vliegtuigwrak drong zo diep in de bodem door, dat het niet kon worden geborgen. Vandaag de dag vormt de locatie het laatste Duitse veldgraf in Fryslân.

De onthulling van het informatiepaneel werd bijgewoond door circa veertig genodigden, die samenkwamen in het kweldercentrum in Hallum. Onder de aanwezigen waren een nabestaande van Georg Wilhelm, burgemeester Van den Berg van Ferwerderadiel, de directeur van It Fryske Gea en een delegatie van de vliegbasis Leeuwarden.

(22-05-2014)

Nabestaanden Erwin Bevins bezoeken crashlocatie in Mirns

Het was op woensdagmiddag 22 december 1943 druilerig weer boven de Zuidwesthoek. Vanaf de grond was niets te zien van de overtrekkende Amerikaanse vliegtuigformaties, die terugkwamen van een bombardement op de rangeerterreinen van de Reichsbahn bij Osnabrück. Alleen het dreunende geluid van de viermotorige kisten werd in het gebied tussen Bolsward en het IJsselmeer gehoord, af en toe verstoord door het doffe geratel van zware machinegeweren.

De gruwelijkheid van de luchtgevechten die zich boven Gaasterland afspeelden werd pas duidelijk toen omstreeks tien voor drie een brandende B-24 door het dichte wolkendek naar beneden kwam. Hoewel de luchtreus nog leek te zoeken naar een geschikte landingsplek, sloeg hij net buiten Mirns in een zee van vuur te pletter. Het kleine dorpskerkhof met daarop de markante klokkenstoel werd door crash volkomen vernield, evenals het vliegtuig zelf. Zeven van de tien bemanningsleden van de Liberator keerden niet naar hun thuisbasis Tibbenham in Engeland terug.

Door de getuigenissen van de drie overlevenden, Erwin Bevins, Joseph Gill en Harry Henry, weten we wat zich die middag ongeveer moet hebben afgespeeld. Uit hun verhaal blijkt dat de Liberator al boven Duitsland een voltreffer van een granaat had gekregen, waardoor een van de motoren was uitgevallen en de romp was ontzet. Door de toegebrachte schade verloor het vliegtuig hoogte en raakte het achter op de formatie. Als eenling werd het logge toestel een gemakkelijke prooi voor Duitse jachtvliegtuigen.

Boven Zuidwest-Friesland boekten tweemotorige jagers van het Zerstörergeschwader 26 op 22 december 1943 meerdere successen in hun strijd tegen de Amerikanen. Niet alleen bij Mirns, maar ook bij Bolsward en in het IJsselmeer kwamen B-24’s naar beneden. De genadeslag voor John Allen’s toestel werd waarschijnlijk gegeven door Feldwebel Theodor von Kovarbasic, een Duitse piloot die later die middag zelf ternauwernood aan de dood ontsnapte. Nauwelijks een half uur na de crash bij Mirns stortte zijn jachtvliegtuig neer in een weiland bij Britswert. De radiotelegrafist kwam daarbij om het leven.

Van de drie Amerikanen die zich die middag op het laatste nippertje het vege lijf hadden weten te redden, bleef alleen de co-piloot Erwin Bevins uit handen van de Duitsers. Hij werd door het verzet opgevangen en bleef tot de bevrijding in Nederland ondergedoken.

Op 5 augustus 2014 bracht een nicht van Erwin Bevins met haar echtgenoot een bezoek aan Fryslân. Samen met bestuursleden Douwe Drijver en Alexander Tuinhout van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation bezochten zij de Zuidwesthoek. ‘s Ochtends werd gestopt bij de crashlocatie, de begraafplaats van Mirns. Het gezelschap gebruikte daarna de lunch in het Hotel Jans in Rijs, waarachter Bevins zich vlak na de crash had schuilgehouden. Het is tevens de plek waar zijn mede-bemanningslid Harry Henry door de Duitsers werd gearresteerd. Bijzonder voor de nabestaanden was ook een bezoek aan een aantal voormalige onderduikadressen van Bevins in Leeuwarden, Wergea en Rijs. In het laatste dorp werd gekeken bij de voormalige woning van Jan Faber, die zich na de crash over Erwin Bevins ontfermde. Eén van Fabers dochters was ter plaatse om Bevins’ familieleden uit de eerste hand over de onderduik te vertellen.

In samenwerking met de nabestaanden van Erwin Bevins, Plaatselijk Belang Mirns-Bakhuizen en de gemeente De Friese Meren spant de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation zich in om bij de Mirnser begraafplaats een informatiepaneel over de B-24 te plaatsen. De betrokken partijen streven ernaar om het paneel in 2015 te realiseren.

(15-01-2015)

Plaquette voor Nicolaas Wilhelm Sluyter te Joure onthuld

Op een pand naast het verzorgingstehuis “De Vlecke” aan de Midstraat in Joure is op 13 november een plaquette onthuld ter herinnering aan de oorlogsvliegenier Nicolaas Wilhelm Sluyter. Het informatiebord prijkt op de gevel van een nieuwbouwpand, dat staat op de plek waar Nicolaas’ vader Piet Sluyter jarenlang een huisartsenpraktijk had. De latere oorlogsheld bracht een groot deel van zijn jeugd aan de Midstraat door.

Al voor de oorlog diende Sluyter bij de Nederlandse luchtstrijdkrachten. Hij schoot in de meidagen van 1940 een Duits toestel neer en week daarna uit naar Engeland. Daar trainde hij veel Nederlandse piloten, die als onderdeel van de Royal Air Force streden voor de bevrijding van het vaderland. Sluyter kocht in de Londense dierentuin een grijze roodstaartpapegaai, die later als ‘Polly Grey’ de mascotte werd van het in Engeland opgerichte 322 Squadron. Tot op de dag van vandaag siert Polly de staart van de F-16’s van 322, die op de vliegbasis Leeuwarden zijn gestationeerd.

Anders dan de eveneens uit Joure afkomstige Heije Schaper, bleef ‘Cook’ Sluyter voor het grote publiek een onbekende. De Jouster amateur-historicus Arjen de Ree en luchtvaartonderzoeker Hille Oppedijk uit Hallum vonden dat daar verandering in moest komen. Zij namen het initiatief voor de plaquette, die door één van Sluyters dochters werd onthuld. Oppedijk realiseerde eerder al in samenwerking met de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation een gedenkpaneel voor de marinevlieger Bauke Klaas Swart in Burgum (zie ‘actueel’ 2012).

(15-01-2015)

2013

Fotoalbum over luchtoorlog als 'cold case' op televisie 

Het Fries Verzetsmuseum heeft samen met de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation het fotoalbum van een Duitse militair bij “Cold Case Tresoar”  aangemeld. Zou het mogelijk zijn om de naam van de eigenaar of zijn familie te achterhalen? Omrop Fryslân vond dat het een poging waard was.Op maandag 2 december werd in het programma Bynt een item over het album uitgezonden. Vele opnamen waren duidelijk te herkennen. Een uitstapje naar Amsterdam en de stationering in Leeuwarden en op Terschelling. Maar er blijven ook vragen. Wie is toch die militair die regelmatig gekiekt is en woonde de familie nu op Terschelling of ergens in Duitsland? Wie het weet mag het zeggen...  

Monument Mosquito DZ743 te IJlst onthuld

Op 30 april werd voor het veilinghuis Âld Fryslân aan de Roodhemsterweg in IJlst een monument onthuld voor de omgekomen bemanning van Mosquito DZ743.

Het vliegtuig behoorde tot het Canadese 410 Squadron en voerde in de ochtend van 10 april 1943 een aanval uit op een trein nabij het station van IJlst. De piloten hadden de opdracht om bij die aanval zo weinig mogelijk Nederlandse slachtoffers te maken, zodat het vliegtuig eerst als waarschuwing over zijn doel heen vloog. Helaas begrepen passagiers en omstanders het signaal niet en maakten zij zich niet snel genoeg uit de voeten. Toen het vliegtuig voor de derde keer over kwam om de trein te beschieten, had het al veel hoogte verloren. Het raakte de boomtoppen en stortte ten noordoosten van het station neer. Beide bemanningsleden, piloot Jack Leach en navigator Monty Bull, vonden daarbij de dood.

Door een lokale werkgroep bestaande uit Machiel Dijkstra, Edsko Hekman en Cees Zijsling werd in 2012 het initiatief genomen om een monument voor de beide gevallen bemanningsleden op te richten. Het gedenkteken bestaat uit een door Zijsling vervaardigd schaalmodel van de DeHavilland Mosquito dat is geplaatst op een opengewerkt model van de neuskegel van het vliegtuig. Met een bijbehorend informatiepaneel is het monument op 30 april onthuld.

De onthullingsceremonie werd onder meer bijgewoond door nabestaanden van Jack Leach en Monty Bull, die door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) in Canada waren opgespoord. Aan twee nichten van beide bemanningsleden viel de eer te beurt om de Canadese vlag van het monument te verwijderen, waarna het Canadese volkslied door het muziekkorps van IJlst ten gehore werd gebracht.

Na afloop van de onthulling werden de nabestaanden en de IJlster schooljeugd met militaire voertuigen van Keep them Rolling naar de IJlster begraafplaats gebracht, om de graven van de omgekomen bemanningsleden te bezoeken. Nadat vervolgens  in stadsherberg Het Wapen van IJlst de lunch was gebruikt en een korte presentatie over de crash door de SMAMF was gegeven, brachten de historische militaire voertuigen de nabestaanden en organisatoren van de herdenking naar Sneek, waar de gedenkwaardige dag werd afgesloten.

(29-09-2013)

SMAMF verzorgt lezing Tsjerkepaad in Raerd

Op zaterdag 21 september verzorgde de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation een lezing over de luchtoorlog in de Laurentiuskerk van Raerd. De afsluiting van het jaarlijkse Tsjerkepaad stond daar deze keer in het teken van de Tweede Wereldoorlog. Aanleiding vormde de recente publicatie van het boek “Een Friese pastorie in oorlogstijd” door Willem Hansma, waarin het fascinerende oorlogsverhaal van de Raerder dominee Gerrit Boerlage en zijn gezin is beschreven. In het prachtig gerestaureerde kerkgebouw was een mini-expositie over de oorlogsjaren in dit deel van de provincie te zien. Alexander Tuinhout en Douwe Drijver van de SMAMF hielden een presentatie over de crash van Halifax W7714, waarvoor in 2003 een monument te Spears is opgericht. Het was de eerste grootschalige herdenking waaraan de Stichting medewerking verleende. De lezing werd bijgewoond door zo’n 170 belangstellenden, die tijdens de geslaagde middag eveneens konden genieten van muzikale bijdragen en voordrachten uit Boerlage’s boek.

(29-09-2013)

SMAMF houdt presentatie in kweldercentrum

Op zaterdagmiddag 28 september verzamelden zich zo’n veertig belangstellenden in het kweldercentrum in Hallum voor een inspirerende middag over de luchtoorlog boven het noordelijke deel van Friesland. In het nagelnieuwe centrum werden twee lezingen verzorgd. Douwe Drijver en Alexander Tuinhout gaven namens de SMAMF een presentatie over de luchtoorlog, gerelateerd aan de geschiedenis van de Fliegerhorst Leeuwarden. Harry Feenstra ging daarna dieper in op de vliegtuigcrashes die in de gemeente Ferwerderadiel hebben plaatsgevonden. De middag werd afgesloten met een bezoek aan de Duitse bunker die nog altijd in het Noarderleech is te vinden. Tijdens de oorlog was nabij de bunker in dit buitendijkse land een oefenterrein van het vliegveld Leeuwarden, waar piloten werden getraind in het uitvoeren van beschietingen en het afwerpen van bommen.

(29-09-2013)

Gedenkpaneel voor marinevlieger Bauke Klaas Swart onthuld

Op 15 augustus – de herdenkingsdag van de Japanse capitulatie – is in de tuin van zijn geboortehuis Schoolstraat 55 in Burgum een paneel onthuld ter nagedachtenis aan de marine-vlieger Bauke Klaas Swart.

Bauke Klaas Swart werd op 29 maart 1923 in Burgum geboren. Zijn vader Pieter Swart was hoofdonderwijzer van de School met den Bijbel. Pieter en zijn vrouw Klaske Schurer waren streng gelovig en zeer actief binnen de Gereformeerde kerk. In april  1931 vertrokken zij met hun beide zoons Haye en Bauke naar Nederlands-Indië, omdat Pieter het als zijn roeping zag om het onderwijs in de kolonie te dienen.

Bauke Klaas Swart volgde van augustus 1936 tot juli 1941 het Christelijk Lyceum in Bandoeng, waar hij het eindexamen HBS deed. Kort voor de Japanse inval in Nederlands-Indië begon hij aan een opleiding tot zee-officier in Soerabaja. Vanaf augustus 1942 werd hij door de Britse Royal Air Force verder opgeleid tot marinevlieger.

Als piloot van het 849 Squadron maakte Swart in het voorjaar van 1944 zijn eerste operationele vluchten vanaf het vliegdekschip “Indefatigable”. Bekend is dat hij deelnam aan een aanval op het Duitse slagschip “Tirpitz” in maart 1944 en luchtsteun verleende tijdens de geallieerde invasie van Okinawa in april 1945.

De laatste maanden van zijn leven vloog Bauke Swart in een Corsair jachtbommenwerper van 1842 Squadron vanaf het vliegdekschip “Formidable”.  Op 24 juli 1945 kwam hij om het leven, toen zijn vliegtuig tijdens een luchtaanval op Japanse torpedobootjagers bij Kurashiki na een voltreffer explodeerde.

Postuum werden aan officier-vlieger Bauke Klaas Swart het Oorlogsherinneringskruis en het Vliegerkruis toegekend. Zijn stoffelijke resten werden na crematie bijgezet in het columbarium van het ereveld Menteng Pulo te Jakarta.

De onthulling in Burgum op 15 augustus werd verricht door de initiatiefnemer Hille Oppedijk en loco-burgemeester Fokkema van Tytsjerksteradiel. Bij het paneel werd een gedicht voorgedragen door Bauke’s nicht Martha van der Mey-Boonstra, waarna er gelegenheid bestond tot het leggen van bloemen.

De ceremonie werd bijgewoond door zo’n dertig genodigden. Daaronder was een dochter van Bauke’s broer Haye Piet Swart, die namens de familie een dankwoord heeft gesproken. Ook Alexander Tuinhout van de SMAMF heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om tijdens de receptie Hille Oppedijk publiekelijk te bedanken voor de samenwerking.

De Stichting heeft de heer Oppedijk geadviseerd met betrekking tot de locatiekeuze voor het paneel en de organisatie van de herdenkingsceremonie. Verder heeft zij zich bezig gehouden met het schrijven van de tekst op het paneel en met de opsporing van nabestaanden van Bauke Klaas Swart.

(29-08-2012)

Leden Doncaster Air Gunners Association bezoeken vliegbasis Leeuwarden

Op 1 mei 2012 bracht de SMAMF samen met een gezelschap van oud-vliegeniers en geïnteresseerden in de luchtoorlog een bezoek aan de vliegbasis Leeuwarden. Onder de gasten waren leden van de Doncaster Air Gunners Association, de voormalige Dornier-217 piloot Walter Rehling en oud-pilotenhelpster Joke Folmer. De Koninklijke Luchtmacht had een uitstekende ontvangst voorbereid, waarin onder meer een kijkje bij de startbaan en bezoeken aan de Traditiekamer en de Search And Rescue-eenheid waren opgenomen. In de Traditiekamer konden de genodigden een mini-expositie over de Friese pilotenhulp bekijken, die daar door de SMAMF en het Fries Verzetsmuseum is ingericht.

(29-08-2012)

  

Zoon oorlogsvlieger Hendrik Sinnema op bezoek bij SMAMF

In juni brachten Bert en Helen Sinnema samen met hun kinderen vanuit Zuid Afrika een bezoek aan Friesland. Bert is een zoon van de oorlogsvlieger Hendrik Sinnema, die in 1913 in Den Haag werd geboren uit Friese ouders.

Enkele jaren voor de Duitse bezetting van Nederland emigreerde Hendrik naar Zuid-Afrika. Daar meldde hij zich tijdens de oorlog als vrijwilliger bij de Royal Air Force. Hij volgde zijn training in Canada en werd daarna piloot op zware bommenwerpers zoals de Lancaster. Hendrik Sinnema behoorde tot de weinige gelukkigen die een ‘tour’ van 30 gevechtsmissies overleefde. Na de oorlog keerde hij terug naar Zuid-Afrika, waar hij een bekende architect werd. Hij overleed in augustus 1976.

Met Hendrik’s zoon, schoondochter en kleinkinderen werden bij Tresoar in Leeuwarden oude Burgerlijke Standakten met betrekking tot de familie ingezien. Daarnaast stond een bezoek aan Harlingen op het programma. Samen met Douwe Drijver en Alexander Tuinhout van de SMAMF namen de Sinnema’s daar onder meer een kijkje bij het woonhuis van Bert’s grootvader aan De Lanen.

(29-08-2012)

       

Fleanmasine monumint Koudum onthuld

Op dinsdagmiddag 3 juli werd nabij het woonzorgcentrum Finke in Koudum een gedenkpaneel onthuld voor de bemanning van de Hampden AE248, die daar in de vroege ochtend van 3 juli 1942 neerstortte. Het vliegtuig was vanaf het Britse vliegveld Waddington onderweg naar Bremen, maar bereikte zijn doel niet. Boven het IJsselmeer werd het neergeschoten door de Duitse jachtvlieger Oblt. Zur Lippe-Weissenfeld, die vanaf de Fliegerhorst Leeuwarden opereerde.

Bij de crash vonden drie bemanningsleden - de sergeanten Robert Oscar Williams, John Noel Waddington en Robert William Whytock – de dood. Zij liggen nog altijd begraven op de algemene begraafplaats van Koudum. De Canadese piloot Kingsley Brown overleefde de crash als door een wonder. Hij belandde in krijgsgevangenschap en schreef daarover later het boek “Bonds of Wire”.

Om de tragedie aan de vergetelheid te ontrukken nam de Fleanmasine Kommisje van de Wurkgroep Histoarysk Koudum (WHK) in 2011 het initiatief tot oprichting van een gedenkpaneel. Voorzitter Ulfert de Jong legde al snel contact met Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF). Vanaf het najaar van 2011 was die stichting bij de voorbereidingen betrokken. Zij richtte zich vooral op het opsporen van nabestaanden van de bemanningsleden en het geven van adviezen met betrekking tot de onthullingsceremonie.

Vanaf 13:15 uur vulde het dorpshuis De Klink zich op dinsdagmiddag 3 juli met een groot aantal geïnteresseerden, waaronder zo’n twintig gasten uit Engeland, Schotland en Canada en vertegenwoordigers van beide ambassades. Speeches werden verzorgd door burgemeester Hayo Apotheker van de gemeente Súdwest-Fryslân en door Ulfert de Jong van de WHK. Alexander Tuinhout gaf namens de SMAMF een presentatie over de crash van Hampden AE248.

Onder grote publieke belangstelling werd vervolgens het paneel onthuld door de burgemeester en de 91-jarige mevrouw Bethune, die in 1942 was verloofd met de navigator Bobby Williams. Na het blazen van de Last Post door een hoornblazer van de kapel van de Koninklijke Luchtmacht werd er een minuut stilte voor de gevallenen in acht genomen. Daarna werden onder meer namens de ambassades, de gemeente, de nabestaanden, de WHK, het Royal British Legion en de SMAMF kransen gelegd.

De middag werd afgesloten met een informele receptie in De Klink. De buitenlandse gasten en betrokkenen bij de organisatie vertrokken daarna per bus voor een rondrit door de Zuidwesthoek. De rit eindigde bij het hotel De Galamadammen in Koudum, waar het gezelschap door de WHK een buffet kreeg aangeboden.

(15-07-2012)

SMAMF geeft lezing op Isle of Man 

Op uitnodiging van de Royal Aeronautical Society (RAeS) verzorgden Douwe S. Drijver en Alexander Tuinhout van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation op 22 mei een lezing op het Isle of Man. Onderwerpen die tijdens de bijna twee uur durende presentatie aan de orde kwamen waren de historie van de Fliegerhorst Leeuwarden, enkele geallieerde vliegtuigcrashes in Friesland en lopende onderzoeksprojecten van de SMAMF.

Het contact tussen de Stichting en de RAeS werd tot stand gebracht door een nabestaande van Sgt. Frank Gordon Walker, die Friesland ter gelegenheid van de onthulling van het gedenkpaneel voor de bemanning van Wellington R1397 te Klaeiterp in de zomer van 2011 had bezocht.

(15-07-2012)

"Rainbow crew" in het nieuws

Vooruitlopend op de herdenkingsdagen 4/5 mei, besteedde het programma Hea! van Omrop Fryslân op 3 mei aandacht aan het particuliere oorlogsmuseum van Gerrit Haagsma in Aldeboarn. Als enthousiast verzamelaar heeft de heer Haagsma een indrukwekkende collectie militaria, memorabilia en  militaire voertuigen bijelkaar gebracht. In 2010 was hij een van de initiatiefnemers achter de totstandkoming van het  oorlogsmonument voor de bemanning van Wellington X9976 bij Soarremoarre, waarbij ook de SMAMF intensief betrokken is geweest (zie ‘actueel’ 2010). In het museum zijn ondermeer wrakdelen van die Wellington te bezichtigen. Het museum van de heer Haagsma is gevestigd aan Bordego 2, 8495 NS te Aldeboarn, telefoon 0566-652148.

(04-05-2012)

Voorbereiding herdenking crash Hampden AE248 te Koudum

Sinds het najaar van 2011 is de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation betrokken bij de voorbereidingen van een herdenkingsceremonie voor de bemanning van Hampden AE248. Het vliegtuig werd in de nacht van 3 juli 1942 door Egmont zur Lippe Weissenfeld neergeschoten boven de Zuidwesthoek. Het toestel stortte bij Koudum neer, waar drie van de vier bemanningsleden werden begraven. De piloot, Kingsley Brown, overleefde de crash en bracht de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap door.

Op 3 juli 2012 wordt op initiatief van de Wurkgroep Histoarysk Koudum nabij het politiebureau aldaar een gedenkpaneel voor de bemanning onthuld in aanwezigheid van ondermeer de Canadese ambassadeur en burgemeester Apotheker van de gemeente Súdwest-Fryslân. Ook nabestaanden van de crew, die door de SMAMF in het buitenland zijn opgespoord, zullen de plechtigheid bijwonen.

(19-04-2012)

Lezing Heerenveen

Op uitnodiging van de openbare bibliotheek Heerenveen verzorgde de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation op 26 maart een lezing over de luchtoorlog boven Friesland. Aan de hand van foto’s en kaartmateriaal gaven de heren Drijver en Tuinhout van de SMAMF een toelichting op de veelbewogen geschiedenis van de luchtoorlog boven de regio  Heerenveen. Voor de circa 50 belangstellenden was er na afloop van de presentatie ruim de gelegenheid tot het stellen van vragen.

(19-04-2012)

Bezoek nabestaanden Marlowe B. Olson 

Zaterdag 13 maart brachten Marla Okner en haar schoonzuster op uitnodiging van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation een bezoek aan het Verzetsmuseum Friesland. Mevrouw Okner is een dochter van de Amerikaanse navigator Marlowe B. Olson, die op 8 maart 1944 bij Balkbrug neerkwam. Olson ontkwam in eerste instantie aan arrestatie en werd opgevangen door het Friese verzet. Pilotenhelper Jilles Zijlstra uit Drachtstercompagnie ving Olson met gevaar voor eigen leven thuis op. In het Verzetsmuseum bekeken de dames, onder andere in het bijzijn van Zijlstra’s dochter en schoonzoon, een collage van portretfoto’s van geallieerde vliegers die door het Friese verzet zijn geholpen. Eerder hadden zij een ontmoeting gehad met Harm Mulder, die hen een EHBO-kist uit Olson’s toestel – B24 nr. 42-52175 – schonk.

(19-04-2012)

  

Afscheid bergingsofficier Paul Petersen

Na een lange rit naar de vliegbasis Woensdrecht woonden Douwe en Bouwina Drijver samen met Alexander Tuinhout namens de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation het afscheid bij van bergingsofficier Paul Petersen. Majoor Petersen was, als opvolger van Hans Spierings, de laatste jaren ondermeer verantwoordelijk voor de berging en identificatie van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog. De SMAMF heeft met Paul Petersen jarenlang heel prettige contacten onderhouden. Kort voordat Petersen bij de luchtmacht afzwaaide is intensief samengewerkt bij de totstandkoming van een rapport met betrekking tot de identificatie van de bemanning van Wellington R1397.

(19-04-2012)

2011

SMAMF voltooit rapport crash Nijtap 

Zaterdag 11 december 1943 was een veelbewogen dag in de geschiedenis van de luchtoorlog. Rond het middaguur keerden grote formaties Amerikaanse bommenwerpers over Noord-Nederland terug na een bombardement op Emden. Meerdere B-17’s kwamen in Groningen en Friesland neer. Ook de Luftwaffe kwam er niet ongeschonden vanaf. Zij verloor die dag meer dan tien jachtvliegtuigen.

Eén van die toestellen, een Messerschmitt Bf 109, stortte neer op de slagerij van de familie Venema, Nijtap 17, in Opeinde. De slagerij en het vliegtuig werden door de inslag geheel verwoest. Het enige dodelijke slachtoffer was de Duitse piloot, die onherkenbaar was verminkt. Hij werd begraven op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden en na de oorlog overgebracht naar de grote Duitse oorlogsbegraafplaats bij Ysselstein in Limburg.Tot op de dag van vandaag vermeldt het graf van de gesneuvelde vliegenier niet zijn naam. De in Nijtap gevonden stoffelijke resten konden in 1943 en ook na de oorlog niet worden geïdentificeerd. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation heeft jarenlang onderzoek naar de crash verricht en is tot de conclusie gekomen dat het slachtoffer de toen 24-jarige Uffz. Konstantin Benzien van het Jagdgeschwader 27 moet zijn geweest.

De Stichting heeft haar bevindingen verwerkt in een onderzoeksrapport, dat in december aan de Volksbund für Deutsche Kriegsgräberfürsorge (VDK) in Kassel is voorgelegd. De SMAMF maakt zich er sterk voor dat Benzien’s naam alsnog op de grafsteen in Ysselstein wordt aangebracht. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten moet de VDK beslissen of aan dat verzoek gevolg kan worden gegeven.

(03-01-2012)

Nabestaanden vliegtuigcrash bezoeken Akkrum en Aldeboarn 

Het was een bijzondere ontmoeting woensdag 14 september op de algemene begraafplaats in Akkrum. Familieleden van piloot Bob Blackhall en radiotelegrafist Kenneth Godfrey waren uit Canada en Engeland speciaal naar Friesland gekomen om de crash van Halifax JB898 te herdenken.

Bij de oorlogsgraven raakten de nabestaanden al snel in gesprek over de noodlottige laatste vlucht van de bommenwerper, die in de vroege ochtend van 5 mei 1943 bij Henswoude eindigde.

De voorgaande avond was de JB898 opgestegen vanaf het Britse vliegveld Leeming voor een luchtaanval op Dortmund. Op de terugvlucht naar Engeland werd het vliegtuig tegen één uur ’s nachts in de omgeving van Aldeboarn opgemerkt door een Duitse nachtjager. Niet ver van het huidige gascompressorstation aan de Prikwei stortte de Halifax na een ongelijke strijd neer. Drie bemanningsleden, Bob Blackhall, Ken Emmons en Albert Sutton, kwamen daarbij om het leven. De vijf anderen, waaronder Kenneth Godfrey, slaagden erin om het vliegtuig tijdig te verlaten. Zij brachten de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap door.

Als eerbetoon aan de gesneuvelden werden door de familie van pilot-officer Blackhall Canadese vlaggen op de drie Akkrumer oorlogsgraven geplaatst. Daarna vertrok het gezelschap naar Aldeboarn om een kijkje te nemen op de crashlocatie. Ter plaatse werd daar de geschiedenis van de JB898 verder toegelicht door leden van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation, die de gedenkwaardige dag organiseerde. Eerder was die stichting betrokken bij het monument voor de omgekomen bemanning van Wellington X9976, dat op 8 november 2010 op Soarremoarre werd onthuld.

    

Boekje “Daarna is het weer donker…” verschenen

Tijdens een informele receptie na de onthulling van het gedenkpaneel voor de gesneuvelde bemanning van Wellington R1397, kreeg burgemeester Johanneke Liemburg van Littenseradiel het eerste exemplaar van het educatieve boekje “Daarna is het weer donker…”  aangeboden uit handen van SMAMF-voorzitter Hans Groeneweg.

Het boekje, samengesteld door de SMAMF en Meike Jongejan, beschrijft bondig de rampzalige laatste vlucht van de R1397. Het is bij uitstek geschikt voor gebruik in het basisonderwijs.

Belangstellenden kunnen “Daarna is het weer donker…” bestellen door overmaking van 5 euro op rekeningnummer 56.95.79.856 ten name van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation te Leeuwarden, onder vermelding van “Boekje R1397”.

(04-08-2011)

Bergingsdienst Klu voltooid rapport over crash Klaeiterp

Voorafgaand aan de onthulling van het gedenkpaneel voor de gesneuvelde bemanning van Wellington R1397 te Klaeiterp, werd door majoor Paul Petersen een boeiende presentatie gehouden over het werk van de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht.

Tijdens zijn lezing maakte Petersen bekend dat hij recent bij het Joint Casualty and Compassionate Centre (JCCC) in Innsworth een onderzoeksdossier over de crash bij Klaeiterp heeft voorgelegd. Aan dat dossier is maandenlang door de Bergingsdienst en de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation gewerkt.

Het rapport, dat voor een belangrijk gedeelte is gebaseerd op authentiek bronnenmateriaal, moet JCCC ervan overtuigen dat het onbekende vliegtuig dat op 25 juli 1941 bij Klaeiterp neerstortte de vermiste Wellington R1397 is.

Bij de identificatie van een vermist vliegtuig – en daarmee ook van de vermiste bemanning – wordt door JCCC uit piëteitsoverwegingen uiterst zorgvuldig te werk gegaan. De onderzoeksresultaten zoals die door Petersen zijn gepresenteerd, zullen in Engeland de komende weken daarom nog kritisch worden bestudeerd en geverifieerd.

(04-08-2011)

Gedenkpaneel Klaeiterp onthuld (artikel Bristol Evening Post) (artikel NewZealand Herald) (artikel Sunday Express)

In de avond van 24 juli 1941 stegen ongeveer vijfenveertig bommenwerpers van de Royal Air Force op van vliegvelden in Oost-Engeland. Hun doel was die nacht het havengebied van Emden. Dit speelde een belangrijke rol in de Duitse oorlogvoering. Nadat de toestellen hun dodelijke last hadden afgeworpen, passeerden zij in de vroege ochtend van 25 juli het Friese luchtruim.

Op het vliegveld Leeuwarden bleven de vijandelijke toestellen niet onopgemerkt. Duitse nachtjagers stegen op om de terugkerende bommenwerpers te onderscheppen. Boven Midden-Friesland lukte het de ervaren Duitse jachtvlieger Helmut Lent om een tweemotorige Wellington in zijn vizier te krijgen. Na een kort salvo dook de machine brandend naar beneden en stortte uiteindelijk omstreeks 04:00 uur in een weiland bij het buurtschap Klaeiterp, nabij Wiuwert, neer. Bij de crash – de eerste van een geallieerd vliegtuig op het Friese vasteland – kwam de gehele bemanning om het leven.

De Wellington raakte zo zwaar beschadigd, dat het de Duitse bezetter in 1941 niet lukte om het vliegtuig of de bemanningsleden te identificeren. De slachtoffers werden uiteindelijk naamloos begraven in een verzamelgraf op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden. Ook na-oorlogse pogingen om hun identiteit te achterhalen slaagden niet. Tot op de dag van vandaag draagt de grafsteen het opschrift “known unto God”.

Onderzoekers van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) hebben naar de crash van 25 juli 1941 bij Klaeiterp jarenlang onderzoek verricht. Op grond van Nederlandse, Duitse en Britse archiefbronnen zijn zij ervan overtuigd dat het onbekende vliegtuig de Wellington R1397 moet zijn geweest. Ook de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht deelt deze conclusie.

De Wellington R1397 behoorde tot het 103 Squadron van de Royal Air Force. De bemanning bestond uit zes jonge mannen: de Nieuw-Zeelandse gezagvoerder Pilot Officer Mervyn Sydney Lund en de Britse sergeanten John James Cox (waarnemer), Arthur Edward Owen (co-piloot), Alfred John Le Poidevin (radiotelegrafist), Frank Gordon Walker (staartschutter) en Roy Penry Williams (boordschutter).   

De afgelopen jaren zijn hun nabestaanden door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation in het buitenland opgespoord. Samen met zo’n honderd andere genodigden woonden zij op 25 juli de onthulling van een gedenkpaneel voor de gesneuvelde bemanning bij.

Het paneel kwam tot stand op initiatief van de SMAMF en werd mogelijk gemaakt door bijdragen van particulieren en van de gemeente Littenseradiel, de Stichting Sneek 1940-1945, de Stichting Old Burger Weeshuis, de Stichting Ritske Boelema Gasthuis en het Verzetsmuseum Friesland.

Het programma voor de onthulling begon omstreeks twee uur ’s middags in de sfeervolle Middeleeuwse kerk van Boazum met toespraken van burgemeester Johanneke Liemburg en de Nieuw-Zeelandse ambassadeur George Troup. Bergingsofficier Paul Petersen verzorgde een presentatie over het werk van de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht. De rampzalige vlucht van Wellington R1397 werd, ondersteund door beeldmateriaal, toegelicht door Douwe Drijver, Hans Groeneweg en Alexander Tuinhout van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation.

Vanuit de kerk vertrok het gezelschap per auto en touringcar vervolgens naar Klaeiterp, waar het bij aankomst werd begroet door een drietal langsvliegende F-16’s. Schoolkinderen van de basisscholen De Pikeloer en Dûbelspan assisteerden de burgemeester rond half vier bij het onthullen van het paneel, dat de historie van de crash beschrijft en de zes slachtoffers letterlijk en figuurlijk een gezicht geeft. Na het blazen van de last post werd er een minuut stilte voor de gevallen bemanningsleden in acht genomen. Kransen werden gelegd namens het gemeentebestuur, de Nieuw-Zeelandse en Britse ambassades, 103 Squadron, de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation en meerdere nabestaanden.

De onthulling van het paneel trok veel belangstelling van de pers, die uit binnen- en buitenland naar de smalle landweg was gekomen om verslag te doen. Naast Omrop Fryslân, de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad, had ook de Britse Sunday Express een journalist naar de herdenking afgevaardigd.

Na afloop van de onthulling kon er op een informele receptie in het café-restaurant De Boazumer Mjitte onder het genot van een hapje en een drankje worden nagepraat. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation nam daar de gelegenheid te baat om het boekje “Daarna is het weer donker…” aan burgemeester Liemburg aan te bieden. Het educatieve boekje geeft een beschrijving van de gebeurtenissen in Klaeiterp en de zoektocht naar de identiteit van de bemanning. Voor alle genodigden was een exemplaar beschikbaar.

Door de nabestaanden en de organisatie werd de dag afgesloten met een rondrit door de gemeente Littenseradiel en een diner te Easterein.

Ondanks de gedenkwaardige onthulling van het gedenkpaneel te Klaeiterp, is het dossier R1397 voor de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation nog niet gesloten. De Stichting blijft zich inspannen voor een officiële erkenning van de crash door de Royal Air Force, die noodzakelijk is om ook de grafsteen van de slachtoffers mettertijd van hun namen te kunnen voorzien.

(04-08-2011)

SMAMF goes Kiwi - Nabestaande vliegtuigcrash nodigt Friese onderzoekers uit

Op 8 november 2010 werd op Soarremoarre bij Aldeboarn een gedenkteken onthuld voor de omgekomen bemanning van de bommenwerper X9976. De plechtigheid werd toen bijgewoond door ruim twintig nabestaanden van de vliegeniers, die speciaal voor deze gelegenheid door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) in het buitenland waren opgespoord.

Onder de aanwezigen was de Nieuw Zeelandse kunstenaar David Lloyd, die in zijn veelzijdige werk ook de tragische geschiedenis van zijn bij Soarremoarre gesneuvelde oom Eric heeft uitgebeeld. Op 15 april zal in de Wallace Gallery in Morrinsville de expositie “In Times of War” met  kunst van Lloyd worden geopend.

De tentoonstelling is  opgedragen aan de bemanning van de Wellington X9976 en de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation. Twee bestuursleden van die stichting, de heren Drijver en Tuinhout, reizen binnenkort op uitnodiging van David Lloyd naar Nieuw Zeeland af. Naast het verrichten van de openingshandeling van de expositie wacht hen een druk programma, waarin interviews met lokale media, een ontvangst bij een veteranenorganisatie en een defilé op de nationale herdenkingsdag zijn opgenomen.

(25-03-2011)

Bunkers op Terschelling excursieweekend 2-4 september 2011

Iedereen die wel eens door de duinen gewandeld heeft, is ze vast wel tegengekomen: de  overwoekerde betonnen bouwsels, half begraven in het duin. Langs de Nederlandse kust zijn ze te vinden, maar op Terschelling zijn er veel, en ook heel bijzondere. Waarvoor dienden deze door de Duitsers in WO II gebouwde miniatuurforten, en waarom staan ze hier? En waarom ook op het terrein van de Folkshegeskoalle?

Tijdens het fietsexcursie-weekend komt u meer te weten over de bunkerbouw en de rol van Terschelling hierin. We zullen diverse bunkercomplexen met uiteenlopende functies bezoeken. Dit alles tegen het schitterende decor van het Terschellinger duinlandschap.

Een uniek historisch erfgoed weekend. Aanmelding is mogelijk via www.folkshegeskoalle.nl

Klik hier voor het programma.

(16-02-2011)

Identiteitsplaatje S/Sgt. Dale R. Estle terug naar familie

In mei 1987 werd door detectoramateurs in een weiland nabij de Scheensloot in Nijetrijne het identiteitsplaatje gevonden van de Amerikaanse vliegenier Dale R. Estle uit Iowa.

S/Sgt. Estle vloog op 15 augustus 1944 als zijluikschutter mee in de B-24 van Lt. Verdun Munroe. Hun bommenwerper kwam tijdens de retourvlucht van een bombardement op het vliegveld van Vechta boven Noord-Nederland hevig onder vuur te liggen van Duitse jachtvliegtuigen. Het vliegtuig raakte door de beschietingen zwaar beschadigd en maakte uiteindelijk een stijle duik naar beneden. Vier bemanningsleden wisten de B-24 nog levend te verlaten; de andere zes kwamen bij Nijetrijne om het leven.

Estle lag tijdens de oorlog begraven op de begraafplaats van Wolvega. Na de bevrijding werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar het ereveld Margraten in Limburg. Het graf daar wordt mede verzorgd door de familie Hermsen, die al geruime tijd contacten met de familie Estle en sinds kort ook met de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation onderhoudt.

Door bemiddeling van de SMAMF kan de ‘dog tag’ zevenenzestig jaar na Estle’s dood aan zijn nabestaanden worden teruggegeven. De stichting is de heer Wim Stienstra – die het plaatje sinds 1987 in zijn bezit had – zeer erkentelijk dat hij het voor dit doel beschikbaar heeft willen stellen.

(24-01-2011)

Jim McGahee vindt helper

Op 5 mei 2010 werd in Opeinde een oorlogsmonument onthuld voor de slachtoffers die bij dat dorp door de luchtoorlog om het leven kwamen. Het monument herinnert aan de crashes van de Britse  Lancaster R5748 en de Amerikaanse B-24 "Sack Time Sally". Tot de bemanning van het laatste vliegtuig behoorde James McGahee, die de crash ternauwernood overleefde.

Direct na de onthulling van het monument deed McGahee een bijzondere oproep. Hij gaf aan graag in contact te willen komen met de persoon die hem in november 1943 had geholpen te ontsnappen. De oproep werd op 10 mei op deze website herhaald, maar leidde vooralsnog niet tot resultaat.

Kortgeleden slaagden onderzoekers uit Opeinde er alsnog in om de pilotenhelper van weleer op te sporen. Het gaat om Roel Nijboer, een zoon van de koster van de kerk van Ureterp, waar McGahee in 1943 enkele dagen verborgen werd gehouden. Voor het eerst na bijna achtenzestig jaar spraken de mannen elkaar onlangs weer via het internet. Omrop Fryslân maakte van de bijzondere virtuele ontmoeting een radio- en televisieverslag. (luister of kijk)

(06-01-2011)

2010

Oorlogsmuseum Aldeboarn geopend

In een loods op het industrieterrein Bordego in Aldeboarn is op maandag 8 november het oorlogsmuseum van Gerrit Haagsma geopend. De heer Haagsma is al jarenlang een enthousiast verzamelaar van voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog en tevens lid van de vereniging Keep them Rolling. In het museum zijn ondermeer legeruniformen en affiches uit de oorlogsjaren te zien. Bijzonder is de tentoonstelling van wrakdelen van Wellington X9976, die in november 1941 bij Soarremoarre is neergestort. Bezoek (op afspraak) is mogelijk: Bordego 2, 8495 NS te Aldeboarn, telefoon 0566-652148.(11-11-2010)

SMAMF ontvangt horloge J.D. Thompson  (foto horloge) (foto J.D. Thompson)
Tijdens de herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van Wellington X9976 werd aan Douwe Drijver en Alexander Tuinhout van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation een bijzonder voorwerp aangeboden. De heer Buchan – een neef van de omgekomen vliegenier Jack Dennis Thompson – had voor de SMAMF het gouden horloge van zijn oom meegebracht, dat in 1952 op de crashlocatie is geborgen.

Opmerkelijk is dat het klokje in een brief van de Air Secretary van 12 januari 1953 wordt beschreven: “The co-pilot of your son’s aircraft, Sergeant T.H. Gray, was individually identified by his identity discs but unfortunately individual identification for your son [P/O Eric Lloyd] and the other four crewmembers, Sergeant J.W. Black, Sergeant J.D. Thompson, Sergeant C.T. Black, and Flight Sergeant L.C. Green was not possible. A gold watch inscribed ‘J.D. Thompson 28.7.41’ was also found.”

Het was de uitdrukkelijke wens van de familie om het horloge aan de Stichting aan te bieden. De SMAMF zal het horloge onderbrengen in haar collectie bij het Verzetsmuseum Friesland voor gebruik in toekomstige tentoonstellingen.

Eerder, in 2003, bemiddelde de Stichting juist bij het terugzenden van geborgen voorwerpen aan nabestaanden van Jack Thompson. Toen werden een sigarettenkoker en een aansteker met de inscriptie ‘J.D.T.’ geretourneerd aan een in de Verenigde Staten woonachtige nicht van de omgekomen radiotelegrafist.
(11-11-2010)

  

Nabestaanden crash X9976 bezoeken Fryslân
Op maandagmiddag 8 november 2010 werd in het buurtschap Soarremoarre, tussen Nes en Aldeboarn, een monument onthuld als nagedachtenis aan de zes omgekomen bemanningsleden van Wellington X9976. Het vliegtuig stortte in de vroege ochtend van 8 november 1941 na een kort luchtgevecht neer in een perceel veenland ten zuidoosten van het Botmeer.

Het monument kwam tot stand op initiatief van de Commissie Monument Soarremoarre, waarin de schooldirecteur van CBS “De Finne”, betrokken ouders, leden van het 4 mei-comité en een ooggetuige zitting namen. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation en de gemeente Boarnsterhim namen vanaf het voorjaar van 2010 eveneens aan de organisatie deel.

Na een intensieve zoektocht slaagde de SMAMF erin om familieleden van alle zes omgekomen vliegeniers in Nieuw Zeeland, Australië, Engeland, Schotland en Ierland op te sporen. Een gezelschap van ruim twintig nabestaanden woonde op 8 november de onthulling bij.

Ruim honderd andere belangstellenden, waaronder de ambassadeur van Nieuw Zeeland, de commandant van de vliegbasis Leeuwarden en vertegenwoordigers van de Britse ambassade en de Royal Air Force waren eveneens bij de plechtigheid aanwezig. Van de ceremonie werd door Omrop Fryslân een kort radioverslag gemaakt. (beluister het verslag)

De onthulling zélf werd verricht door Lorraine Gray, de dochter van de gesneuvelde co-piloot Trevor Gray, samen met kinderen van CBS “De Finne”. Voor mevrouw Gray heeft de onthulling een bijzondere betekenis, die zij ondermeer onder woorden bracht voor de Nieuw Zeelandse nationale radio. (beluister het radiofragment)

Ook de familie van observer Eric Lloyd staat nog op een bijzondere manier stil bij de gebeurtenissen in Soarremoarre. In april 2011 wordt in de kunstgallerie van Eric’s neef David de expositie ‘In Times of War’ geopend, die een kunstzinnige impressie geeft van de crash van Wellington X9976. De expositie wordt opgedragen aan alle omgekomen bemanningsleden en aan de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation.
(11-11-2010)

SMAMF zoekt nabestaanden F.G. Walker
Als voorbereiding op de zeventigjarige herdenking van de crash van Wellington R1397 bij Boazum, is de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation druk bezig met het opsporen van nabestaanden van de zes bemanningsleden. De afgelopen twee jaar zijn alle families getraceerd, uitgezonderd die van Sgt. Frank Gordon Walker. Van Walker is bekend dat hij afkomstig was uit de kustplaats Hornsea in Yorkshire. Om die reden is de regionale krant Hull Daily Mail benaderd, die onlangs een artikel over de crash publiceerde.

Om de zoektocht nog verder kracht bij te zetten is door de SMAMF ook contact gezocht met de BBC radio in Humberside. Op donderdag 2 september werd penningmeester Douwe Drijver van de stichting in de gelegenheid gesteld om in de Morning Show van Lara King een oproep te doen aan de nabestaanden van Walker. (beluister het interview)
(03-09-2010)

Geldschieters gezocht voor monument Soarremoarre
Op maandag 8 november 2010 wordt ’s middags in het buurtschap Soarremoarre nabij Aldeboarn een monument onthuld voor de slachtoffers van de crash van Wellington X9976 op 8 november 1941. De plechtigheid zal ondermeer worden bijgewoond door nabestaanden van de inzittenden, door de Nieuw-Zeelandse ambassadeur en door de burgemeester van Boarnsterhim. Het welslagen van de ceremonie staat of valt met het binnenhalen van voldoende gelden. De SMAMF – die nauw bij het project is betrokken – roept donateurs daarom op een bijdrage te storten op rekeningnummer 33.08.05.576 ten name van SAC Aldeboarn, onder vermelding van "Monument Soarremoarre"
(03-09-2010)

Crash Wellington R1397 bij Boazum herdacht 
Zondag 25 juli was het exact negenenzestig jaar geleden dat een geallieerd vliegtuig in een weiland tussen Boazum en Wiuwert brandend neerstortte. Bij de crash kwamen alle zes bemanningsleden om het leven. Tussen de wrakstukken werden indertijd geen aanwijzingen gevonden die de identiteit van het vliegtuig of de inzittenden konden bevestigen. De slachtoffers werden daarom in een naamloos graf op de Noorderbegraafplaats bij Leeuwarden begraven. Tot op de dag van vandaag siert het opschrift “Known unto God” hun laatste rustplaats. Na jarenlang onderzoek heeft de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation kunnen vaststellen dat de stoffelijke resten toebehoren aan de bemanningsleden van de Wellington R1397; een toestel van het Britse 103e squadron dat in de nacht van 24 op 25 juli 1941 vermist raakte na een luchtaanval op Emden. 

De stichting beijvert zich er al lange tijd voor om de slachtoffers hun namen terug te geven. In samenwerking met de Koninklijke Luchtmacht spant zij zich in om de crash officieel door de Royal Air Force te laten erkennen. Dit proces vereist van alle betrokkenen een uiterste zorgvuldigheid, om ieder risico op persoonsverwisseling te vermijden. Voor de nabestaanden van de bemanningsleden zou een officiële erkenning van de crash het einde betekenen van een decennialange onzekerheid over het lot van hun dierbaren.

Naast het traject dat de identiteit van de R1397 definitief moet bevestigen, wil de SMAMF de bijzondere geschiedenis van de crash bij Boazum ook op andere manieren in de (publieke) belangstelling houden. Aan de zeventigjarige herdenking van de crash op 25 juli 2011 hoopt de stichting op een bijzondere wijze aandacht te besteden. 

Onder het motto “Lest we forget” legde de SMAMF op 25 juli 2010 bloemen bij de laatste rustplaats van de bemanningsleden.
(25-07-2010)

Monument Soarremoarre
Na een luchtgevecht met de Duitse nachtjagerpiloot Helmut Lent, stortte in de vroege ochtend van 8 november 1941 de Wellington X9976 tussen Nes en Aldeboarn neer. De gehele bemanning, bestaande uit drie Nieuw-Zeelanders, twee Engelsen en één Ier, kwam daarbij om het leven.

Nu, negenenzestig jaar na de crash, heeft de Commissie Monument Soarremoarre het initiatief genomen om een permanent gedenkteken voor de gevallenen op te richten. De onthulling daarvan zal op 8 november a.s. plaatsvinden in het buurtschap Soarremoarre bij Nes, in aanwezigheid van nabestaanden van de slachtoffers, de Nieuw Zeelandse ambassadeur, de burgemeester van Boarnsterhim en vele andere genodigden, waaronder kinderen van beide Boarnster basisscholen. De SMAMF is adviseur van de commissie en richt zich vooral op het opsporen van familieleden van de bij de crash gevallen vliegeniers.

Voor de oprichting van het gedenkteken is nog veel geld nodig. De SMAMF roept een ieder die dit initiatief een warm hart toedraagt daarom dringend op om een donatie over te maken op rekeningnummer 33.08.05.576 ten name van SAC Aldeboarn, onder vermelding van "Monument Soarremoarre"

Plexiglaswerk van Gerrit Mulder geschonken aan Verzetsmuseum 
Naar aanleiding van publiciteit rond de expositie "Luchtoorlog boven Friesland", kreeg het Verzetsmuseum dit voorjaar een prachtig kastje aangeboden, met daarin onder meer lepels, vorken, een taartschep, armbanden, hangers en ringen, vervaardigd uit plexiglas. De maker van deze unieke voorwerpen is de heer Gerrit Mulder (1919-2010), die het plastic in de oorlogsjaren vond op de crashlokaties van vliegtuigen in de Zuidwesthoek.

Mulder en zijn onderduiker Ben Zwagerman zaagden het materiaal met een figuurzaag in de gewenste vorm en bogen het plexiglas door het langzaam te verhitten. De schitterende glans werd verkregen door alle voorwerpen met koperpoets te polijsten. Naast de voorwerpen in het kastje heeft Gerrit Mulder veel meer kleine sieraden uit plexiglas vervaardigd, die hij tijdens de bezetting weggaf aan bekenden.Sinds 1949, het jaar waarin Gerrit Mulder trouwde en een schilderszaak in Tjerkwerd overnam, hing het kastje in de hal van zijn huis. In de periode van 8 tot 18 september 2010 keren de voorwerpen terug naar dat dorp; ze zijn dan te zien in de St. Petruskerk tijdens een expositie van lokale kunstenaars.
(03-07-2010)

SMAMF verwerft documentatieverzameling
In overleg met de nabestaanden heeft de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation onlangs de omvangrijke documentatieverzameling van Klaas van der Veen uit Burgum kunnen verwerven. Van der Veen, die vorig jaar overleed, was jarenlang actief voor de Friesche Luchtvaart Documentatie 1939-1945, die als voorloper van de SMAMF kan worden beschouwd. Hij had een brede belangstelling voor de luchtoorlog in het noorden des lands en verzamelde informatie over vele tientallen crashes in Friesland en over gerelateerde onderwerpen als wapendroppings, bombardementen en pilotenhulp. De collectie Van der Veen bevat belangrijke aanvullingen op het archief van de SMAMF.
(03-07-2010)

Nabestaanden P.C.V. Joslin bezoeken Friesland
Op 4 en 5 mei brachten nabestaanden van Peter Clement Vellacott Joslin, piloot van de op 5 september 1942 bij Wartena neergekomen Lancaster R5682, een bezoek aan Friesland. Samen met bestuursleden van de SMAMF woonde de familie op 4 mei de dodenherdenking in Wartena bij. De volgende dag werd per boot een bezoek gebracht aan de afgelegen crashlokatie in de Saiterpetten.
(10-05-2010) 

Veteraan zoekt helpers
Bij gelegenheid van de onthulling van het oorlogsmonument te Opeinde deed James McGahee, navigator van de B-24 "Sack Time Sally" een bijzondere oproep. Graag zou hij nog in contact komen met de families die hem na het neerstorten van zijn Liberator op 26 november 1943 hebben geholpen. Hoewel enkele onderduikadressen inmiddels - mede door het onderzoek van de SMAMF - bekend zijn, zijn nog niet alle pilotenhelpers geïdentificeerd. McGahee verbleef na de crash enkele weken in Friesland voordat hij door het verzet op de trein naar het zuiden werd gezet. In Amsterdam viel hij uiteindelijk in Duitse handen. Eventuele reacties kunnen worden ingezonden via het contactformulier op deze website.
(10-05-2010)

Onthulling monument Opeinde
Op 5 mei werd te Opeinde een monument onthuld voor de bemanningen van de Lancaster R5748 en de B-24 "Sack Time Sally", die in 1942 en 1943 bij het dorp neerkwamen. Het initiatief voor het gedenkteken werd genomen door een groep enthousiaste Opeinders, die maandenlang met de voorbereidingen is bezig geweest. Het monument is uitgevoerd door beeldhouwers Anne en Roelie Woudwijk en is vol van symboliek. Bij de onthulling van de gedenksteen waren nabestaanden van bemanningsleden van beide crews aanwezig. Eén overlevende, de inmiddels hoogbejaarde Lt. James McGahee, was voor de gelegenheid speciaal uit de Verenigde Staten overgekomen.
(10-05-2010)

Tentoonstelling Luchtoorlog boven Friesland bij Mar en Klif
Tot en met 31 oktober 2010 is in bezoekerscentrum Mar en Klif in Oudemirdum de tentoonstelling "Luchtoorlog boven Friesland" te zien. De expositie was in 2008 te zien in het Verzetsmuseum in Leeuwarden, maar is nu meer toegespitst op de luchtoorlog boven de Zuidwesthoek. In de tentoonstelling zijn veel voorwerpen te zien uit de oorlogsperiode, maar ook beschrijvingen over waar en hoe bommen en vliegtuigen neerkwamen. Verder geeft de tentoonstelling achtergrondinformatie over slachtoffers, pilotenhulp en onderduikers in Friesland. Degenen die deze periode meegemaakt hebben, zullen veel van het getoonde herkennen. De jongere generatie krijgt met het zien van de expositie een indruk van deze donkere periode in onze geschiedenis. Mar en Klif is gevestigd aan De Brink 4 in Oudemirdum en is geopend op maandag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur en op zondag van 11:00 tot 17:00 uur.
(10-05-2010) 

SMAMF ontvangt buitenlands bezoek
Ter gelegenheid van de opening van de expositie "Luchtoorlog boven Boarnsterhim 1940-1945" mocht de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation tijdens het paasweekeinde een aantal buitenlandse gasten verwelkomen. Onder hen waren familieleden van R.C.S. Hancock (crash Driesum), B.A. Farmer (crash Wartena) en E.V. Hawkes (crash Poppingawier). Het gezelschap werd aangevuld door Dr. W. Powell, een Amerikaanse historicus die onderzoek heeft verricht naar Sgt. Harmon Guise, één van de slachtoffers van de B-17 crash bij Poppingawier op 16 december 1943. Evenals Douwe Drijver van de SMAMF heeft de heer Powell bij de opening van de tentoonstelling in Grou een lezing over de luchtoorlog verzorgd. De expositie is daarna door de heer Hawkes geopend.
(10-05-2010)

Expositie Luchtoorlog boven Boarnsterhim 
Op zaterdag 3 april is in het Riedhûs, Stationsweg 1 te Grou, de expositie "Luchtoorlog boven Boarnsterhim 1940-1945" geopend. De tentoonstelling is een gezamenlijk initiatief van de SMAMF en streekmuseum "De Trije Gritenijen". Aan de hand van unieke voorwerpen, documenten en foto's wordt een beeld gegeven van de luchtoorlog boven de voormalige gemeenten Idaarderadeel, Rauwerderhem en Utingeradeel. Ook wordt aandacht besteed aan de civiele luchtbescherming en aan de luchtbeschietingen en -bombardementen die in dit gedeelte van Friesland hebben plaatsgevonden. De expositie is nog te bezichtigen tot 13 juni a.s., dinsdag t/m zaterdag van 13:30 tot 17:00 uur.
(10-05-2010)

2009

Dossier J.C. Henry
Recentelijk ontving de stichting een omvangrijk dossier over J.C. Henry. Hij was bemanningslid van Lancaster R5748 die in de vroege morgenuren van 27 juli 1942 in het Zwartveen tussen Opeinde en Rottevalle neerstortte. Deze informatie is een welkome aanvulling in het archief, dat op dit moment wordt opgezet.(10-08-2009)

De S.M.A.M.F. in de media  
Op 5 mei 2009 werd door Omrop Fryslân, in het programma Hjoed, ruim aandacht besteed aan de crash van de Britse Wellington bij Bozum. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation is nu bijna zeker van de identiteit van de bemanningsleden.(08-05-2009)

2009

Van welke eenheid is deze baretspeld? 

Deze baretspeld werd gevonden op de crash plaats van Short Stirling EF347, LS-“T” for Tommy van het 15e Squadron Royal Air Force. De bommenwerper werd in de vroege morgenuren van 2 maart 1943 neergeschoten door Wolfgang Kuthe en stortte bij Mantgum neer. Wie weet van welke eenheid deze speld is?
(07-04-2009)

Foto album zonder eigenaar!  
Wie was de eigenaar van een foto album, dat ooit op een vlooienmarkt gekocht werd? Dit is een vraag die nog nooit beantwoord werd. Een artikel in een Duitse krant bracht geen definitief antwoord. De vrouw met het kind op de arm is Marga Schäfer en haar dochter heet Christel. De opname is in december 1952 gemaakt. De familie woonde in of in de omgeving van Braunschweig. En wie herkent de Duitse militair? Hij is vermoedelijk de eigenaar van het album.
(10-02-2009)

 

Kurt Zimmer/Ziemer?
Wie heeft Kurt Zimmer/Ziemer gekend of heeft informatie over hem? Deze vlieger was in 1944 op de “Fliegerhorst” Leeuwarden gestationeerd. Hij zou uit Hamburg afkomstig zijn. Bij wie gaat er een belletje rinkelen?
(10-02-2009)

Welke Amerikaanse vlieger maakte dit naaikistje?
Dat is één van de vele vragen die recentelijk bij het Verzetsmuseum  binnenkwamen. Geeske Krol, geboren op 22 maart 19 17 in Gersloot, kreeg dit in 1944 voor haar verjaardag. De Amerikaan, die tot de bemanning van een B-17  behoorde, zou volgens de informatie in de buurt van Luinjeberd zijn neergekomen. Geeske verbleef destijds op de boerderij van haar grootouders die in dit dorp woonden. Wie zet de onderzoekers op het juiste spoor? 

(20-01-2009)


2008

Slachtoffers bombardement
In de expositie hangt een lijst met Friese burgerslachtoffers van de luchtoorlog. Als reactie op deze lijst ontvingen wij van de heer Fokkema een persoonlijk verhaal en foto's van de bij een bombardement (17 september 1944) omgekomen familieleden.
(14-12-2008)

Kaart Duitse luchtverdediging Noord-Nederland
In de tentoonstelling hangt een bijzonder kaart van Noord-Nederland met daarop aantekeningen betreffende de Duitse luchtverdediging in 1944. Inmiddels zijn er al een aantal verzoeken binnen gekomen met de vraag de kaart te digitaliseren voor gebruik in publicaties over de luchtoorlog. Inmiddels beschikken we al over een foto, binnenkort laten we de kaart professioneel digitaliseren.
(13-12-2008)

Herdenking Konstantin Benzien 11-12-1943 - 11-12-2008
Donderdag 11 december j.l. werd de sterfdag van Konstantin Benzien herdacht in het museum. Precies 65 jaar geleden stortte hij met zijn Messerschmitt Bf-109 met een duizelingwekkende snelheid op de slagerij van Venema in Nijtap. Hoewel hij officieel nog steeds als vermist te boek staat is hij nog niet vergeten. De SMAMF verzorgde de bloemen bij het betreffende paneel in de tentoonstelling.
(11-12-2008)

Onderwijs
Inmiddels zijn op de pagina onderwijs de eerste Friese scholen toegevoegd die een monument verzorgen dat te maken heeft met de luchtoorlog boven Friesland. (Meer: zie onderwijs)
(10-12-2008)

School bezoekt expositie 
Op dinsdag 9 december j.l. brachten de groepen 7 en 8 van de 'Botker' uit Damwoude een bezoek aan de tentoonstelling. De vitrine die de crash van de Short Stirling BF505 bij Murmerwoude behandelt, kreeg hun speciale aandacht. De jeugd was zeer onder de indruk van datgene wat er zoal te zien is en kinderen en begeleiding keerden vele indrukken rijker terug naar school.
(9-12-2008)

Onderwijs en de expositie
We hebben inmiddels met diverse scholen in Friesland die een monument over de luchtoorlog hebben geadopteerd contact over de expositie en de website. De scholen worden door ons uitgenodigd om materiaal aan te leveren voor de website. (Meer: zie onderwijs)
(11-11-2008)

Contact met nabestaanden
Met behulp van de Stichting Missing Airmen Foundation is het gelukt om mevrouw Hannie Bosma-Kramer in contact te brengen met de nabestaanden van een vlieger (Frank Norman Robinson) wiens graf zij en haar familie al sinds de oorlog verzorgen. Objecten over F.N.Robinson en het vliegtuig waarmee hij vloog zijn inmiddels opgenomen in de expositie.
(10-11-2008)