Wolk 1 Wolk 2 Wolk 3

Hulp op de grond

Vliegeniers die in Nederland neerkwamen of een noodlanding maakten vielen vaak direct in Duitse handen. Ontsnappen was door de zware en opvallende vliegeruitrusting en de grote toeloop van belangstellenden bijna onmogelijk. Slechts enkelen hadden het geluk snel door Nederlandse burgers te worden verborgen. Door contacten met de lokale politie en de luchtbeschermingsdienst slaagde het verzet er doorgaans in om de neergekomen vliegeniers snel te achterhalen. Nadat ze bij hun eerste duikadressen waren weggehaald volgde een strenge controle op hun identiteit. Het verzet wilde zeker weten dat de opgepikte bemanningsleden geen Duitse agenten waren die in de netwerken van pilotenhelpers probeerden te infiltreren. Pas als hierover zekerheid was verkregen werden de piloten opnieuw op onderduikadressen ondergebracht, in afwachting van valse papieren. Als die waren gearriveerd kon aan de lange tocht naar de vrijheid worden begonnen. 

Amerikaanse oorkonde op naam van Frederik Buding

Franse oorkonde op naam van Frederik Buding. 6 juli 1949

Door het verzet werden de piloten op ontsnappingslijnen naar Zuid-Europa geplaatst. De escape-routes liepen via België en Frankrijk naar Spanje en Portugal, waarvandaan Engeland per boot en vliegtuig kon worden bereikt. Enkele lijnen gingen naar Zwitserland en Zweden, maar daar werd door piloten niet veel gebruik van gemaakt. 

Naar schatting werden voor heel Nederland zo'n 625 vliegers over de Belgische grens geholpen. Het aantal in Friesland door het verzet geholpen piloten is niet bekend. De meeste van hen volbrachten de gevaarlijke reis niet. Vrijwel alle piloten die in Friesland ondergedoken zijn geweest vielen in België in handen van verraders en belandden alsnog in krijgsgevangenschap. 

Y.N. Ypma schijft in zijn boek Friesland Annis Domini het volgende over de hulp aan piloten:

"In de eerste jaren van de oorlog melden neergekomen geallieerde bemanningsleden zich netjes aan bij het plaatselijke gezag, zoals opgedragen door de geallieerde leiding. Op hulp aan piloten stond de doodstraf en er was eigenlijk weinig of geen sprake van hulp aan piloten door het verzet. Later werden vliegtuigbemanningen door de geallieerde leiding juist gestimuleerd om te proberen terug te komen naar Engeland. Ook het verzet probeerde een bijdrage te leveren aan de terugkeer naar Engeland en hiermee 'hooggekwalificeerde krachten terug te geven aan de luchtmacht en daarmee een positieve bijdrage te leveren aan het geallieerde oorlogspotentieel". 

Franse oorkonde op naam van mevrouw Van Weperen voor hulpverlening aan geallieerd luchtmachtpersoneel tijdens de Tweede Wereldoorlog. Parijs, 30 oktober 1948

Engelse oorkonde op naam van R. Heida voor hulpverlening aan geallieerd luchtmachtpersoneel tijdens de Tweede Wereldoorlog

Een piloot van wie de transportdatum was vastgesteld door het verzet en die bij twee oude dames was ondergebracht werd ziek. Een van de dames melde de verzetsman die de piloten zou begeleiden bij de reis: 'Nu is 't wat, hij is zo ziek als wat en kan morgen onmogelijk zó vertrekken'. De gids ging mee en zag Tommy lusteloos in een hoekje zitten. Hij gaf hem een fles cognac met de raad er maar wat uit te drinken en dan te gaan slapen, dat zou hem goed doen. De volgende dag vroeg kwam een van de oudere dames ontsteld bij de gids met de boodschap dat de vlieger de fles tot de bodem had leeggedronken, de hele nacht luidkeels Amerikaanse en Engelse liedjes had gebruld en nu nog in 'kennelijke staat' was. Bij nadere inspectie bleek Tommy in een voortreffelijk humeur, maar 'onbekwaam' om de reis te ondernemen. 

Y.N. Ypma, in 'Friesland Annis Domini'. 

Collage met portretten van neergekomen of ondergedoken geallieerde vliegtuigbemannings-leden, geholpen door het Friese verzet

Collage met portretten van neergekomen of ondergedoken geallieerde vliegtuigbemannings-leden, geholpen door het Friese verzet.