Aangespoeld op 9 april 1940 bij Ameland. Unteroffizier/Bordfunker. Erk. Marke: 198 Wehrm. Berlin V/06/217/2/6. Het lichaam verkeerde tijdens de berging in goede staat. Alleen de ogen ontbraken in het gezicht. Personeel van een Nederlands militair vliegtuig ontdekte het stoffelijk overschot ter hoogte van kilometerpaal 26. Volgens de arts dr. J. H. Poortenaar te Nes was verdrinking de vermoedelijke doodsoorzaak. Biester werd ingelijfd als radiotelegrafist en op 2 oktober 1939 bevorderd van Soldat tot Gefreiter-Flieger bij 42. Regiment Salzwedel. Oorspronkelijk is hij met Nederlandse militaire eer begraven op 10 april 1940 om 16.00 uur te Nes. Zijn resten werden op 17 september 1958 overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats te Ysselsteyn, vak AP, rij 5, nr. 105.